OXIMAX sensorgebeurtenisrecords gebruiken
O
M
sensorgegevenstype
XI
AX
86
4. Gebruik de softtoets KIEZEN om over te schakelen tussen
SENSOR-R en SENSOR-RW.
5. Gebruik de OMHOOG-knop of de OMLAAG-knop om het
O
M
sensorgegevenstype te selecteren. De beschikbare opties
XI
AX
voor SENSOR-R en SENSOR-RW zijn:
•
SpO
2
•
SpO
+BPM
2
•
STANDAARD
6. Druk op de softtoets EXIT om het O
in te stellen.
Als u een O
M
sensor waarop nog geen patiëntgegevens zijn
XI
AX
geregistreerd, aansluit op de O
"GEGEVENSTYPE: . . ." kort weergegeven onder aan het scherm
nadat de melding over het O
melding wordt de huidige gegevenstype-instelling voor de monitor
geïdentificeerd die wordt gebruikt om gegevens naar de O
sensor te schrijven. De gegevenstype-instellingen zijn
GEBEURTENIS/SPO
en GEBEURTENIS/SPO
2
In OXIMAX sensormeldingen instellen op pagina 84 wordt
aangegeven hoe u de instelling kunt wijzigen. U moet het O
sensorgebeurtenisrecordtype instellen voordat u de O
aansluit op de monitor.
M
sensortype
XI
AX
M
monitor, wordt de melding
XI
AX
M
sensortype is getoond. In deze
XI
AX
+BPM.
2
Gebruikershandleiding van de N-600x
M
XI
AX
M
XI
AX
M
sensor
XI
AX