De gegevenspoort gebruiken
De interface Verpleegsteroproep gebruiken
114
WAARSCHUWING: Gebruik de functie Verpleegsteroproep niet
als de primaire alarmfunctie. De hoorbare en zichtbare alarmen
van de pulsoxymeter, gebruikt in combinatie met klinische
indicaties en symptomen, zijn de belangrijkste manieren om
medisch personeel op de hoogte te brengen dat er een
alarmconditie optreedt.
WAARSCHUWING: De functie Verpleegsteroproep werkt niet
als de alarmen van de pulsoxymeter zijn onderdrukt. De functie
Verpleegsteroproep van de N-600x monitor werkt alleen als de
monitor is aangesloten op een stopcontact of op batterijen werkt.
De functie Verpleegsteroproep van de N-600x werkt in combinatie
met het verpleegsteroproepsysteem van uw instelling als de monitor
een geluidsalarm geeft. Dit systeem wordt benaderd via de
gegevenspoortpinnen 7, 8, 10, 11 of 15, zoals aangegeven in Tabel 8.
De N-600x is voorzien van twee verschillende soorten
verpleegsteroproep-interfaces: een RS-232 level-functie en
relaissluiting. De RS-232 level-verpleegsteroproepfunctie is actief als
de monitor is aangesloten op een stopcontact of op batterijen werkt.
De relaisgebaseerde verpleegsteroproepfunctie is actief als de
monitor is aangesloten op een stopcontact of op batterijen werkt.
Als er een geluidsalarm optreedt, wordt de externe locatie op de
hoogte gebracht. Als het geluidsalarm is uitgeschakeld of onderdrukt,
wordt de verpleegsteroproepfunctie ook uitgeschakeld.
Pin 11 op de gegevenspoort is het RS-232 level-verpleegsteroproep-
signaal en pin 5 of 10 de aarde (zie Tabel 8). Als er geen alarm-
conditie is, is de spanning tussen de pinnen 10 en 11 5 tot 12 volt
gelijkstroom. Als er een alarmconditie op de monitor is, is de
spanning tussen de pinnen 10 en 11 +5 tot +12 volt gelijkstroom.
De pinnen 7 en 15 vormen een relais dat wordt gesloten als er een
alarm op de monitor afgaat. De pinnen 8 en 15 vormen een relais dat
wordt geopend als er een alarm afgaat. Pin 15 is een basisaansluiting
voor beide relais.
Gebruikershandleiding van de N-600x