8.2 Uitvoeren van een onderhoudscontrole
Tijdens de onderhoudscontrole moeten de lokale
voorschriften worden nageleefd.
De periodieke controles van de opvoerinstallatie
moeten worden uitgevoerd door geautoriseerd
personeel en moeten elektrisch en mechanisch
onderhoud omvatten.
Controleer de volgende punten:
•
Toevoer- en persaansluitingen
1. Controleer dat alle aansluitingen naar de
opvoerinstallatie vast zitten en niet lekken.
2. Zorg ervoor dat het gewicht van de zuig-, pers-
en ontluchtingsleidingen niet op de tank rust.
Lange leidingen en kleppen moeten
ondersteund worden.
•
Stroomverbruik
1. Zie het typeplaatje.
•
Kabeldoorvoer
1. Zorg ervoor dat de kabeldoorvoer waterdicht is
en dat de kabels niet scherp worden gebogen
en/of bekneld raken.
•
Pomponderdelen
1. Verwijder acht bouten.
2. Demonteer de pomp van de tank.
3. Controleer of de ontluchtingsopening van het
pomphuis vrij is.
4. Wanneer de pomp weer wordt gemonteerd,
adviseren wij de O-ring tussen pomp en tank
te vervangen.
5. Doe een testrun met schoon water.
6. Neem contact op met Grundfos in geval van
lawaai, trillingen of abnormale werking.
•
Kogellagers
1. Controleer de as op luidruchtig of zwaar lopen.
2. Vervang defecte kogellagers.
Een algehele revisie van de pomp is
doorgaans vereist in geval van defecte
kogellagers of een slecht werkende motor.
Dit dient door de fabrikant of een erkend
servicebedrijf gedaan te worden.
•
Terugslagkleppen en afsluitkleppen
1. Controleer dat terugslagkleppen en
afsluitkleppen correct werken.
2. Reinig deze zo nodig.
8.3 Mechanisch onderhoud
8.3.1 Uitvoeren van mechanisch onderhoud
WAARSCHUWING
Automatische start
Gering of beperkt persoonlijk letsel
‐
Schakel de voedingsspanning uit
voordat u werkzaamheden gaat
uitvoeren aan het product.
•
Controleer of alle leidingaansluitingen goed
sluitend zijn geïnstalleerd.
•
Verhelp eventuele lekkages.
•
Verwijder eventuele verontreinigingen of
vuilophoping in de tank.
•
Controleer de tank op scheuren en vervorming.
•
Verwijder eventuele blokkeringen aan de
instroomzijde van de opvoerinstallatie.
•
Controleer de pomp aan de hand van de
installatie- en bedieningsinstructies voor de pomp.
571