Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatievereisten - Grundfos MULTILIFT M Series Installatie- En Bedieningsinstructies

Verberg thumbnails Zie ook voor MULTILIFT M Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

4.1 Installatievereisten

De richtlijnen voor de juiste mechanische installatie
van opvoerinstallaties zijn conform EN 12056-4.
Installeer de opvoerinstallatie in een voldoende
verlichte en geventileerde ruimte met 60 cm vrije
ruimte rondom alle onderdelen die geserviced en
bediend moeten worden.
Zorg voor een pompput onder vloerniveau. Als
een opvoerinstallatie is geïnstalleerd in een kelder
waar grondwater kan binnendringen, adviseren
we (en is het in bepaalde landen vereist) om een
drainagepomp in een aparte pompput onder
vloerniveau te installeren om de ruimte leeg te
laten lopen. Zie afbeelding. Installatietekening.
De verzameltank, pomp en kabels mogen
worden overstroomd (max. 2 m gedurende
7 dagen).
De regelaar moet worden geïnstalleerd in
een droge en goed geventileerde ruimte.
Alle leidingaansluitingen moeten flexibel zijn om
resonantie te verminderen.
Opvoerinstallaties moeten worden beveiligd tegen
opwaartse krachten en verdraaiingen.
Alle uitlaatleidingen van opvoerinstallatie,
membraanpomp en drainagepomp moeten een
bocht boven het plaatselijke achterwaterniveau
hebben. Het hoogste punt van de lus/het
waterslot moet boven straatniveau liggen.
Installeer een afsluitklep in de persleiding voor
persleidingen van DN 80 en meer. Breng ook een
afsluitklep in de instroomleiding aan.
Oppervlaktewater mag niet worden afgevoerd met
de opvoerinstallatie binnen in het gebouw. Het
moet een eigen pompput buiten het gebouw
hebben.
Opvoerinstallaties moeten voorzien zijn van een
goedgekeurde keerklep conform EN 12050-4.
Het volume van de persleiding boven de
terugslagklep tot aan het binnenwaterniveau moet
kleiner zijn dan het effectieve tankvolume.
In het algemeen moet een opvoerinstallatie voor
zwart afvalwater boven dakniveau worden
ontlucht. Toegestaan is echter om de ventilatie,
als een secundaire ventilatie, naar het
belangrijkste ventilatiesysteem van het gebouw te
leiden. Speciale ontluchtingskleppen
(accessoires) moeten buiten het gebouw worden
geplaatst.
Als het afvalwater in een opvangleiding wordt
afgevoerd, moet deze opvangleiding een
vulverhouding van ten minste h/d = 0,7 hebben.
De opvangleiding moet ten minste één nominale
diameter groter zijn dan de aansluiting van de
persleiding.
De regelaar moet worden geplaatst op een
overstromingsveilige plaats en zijn voorzien van
een alarm.
Gebruik een membraanpomp voor eenvoudige,
handmatige lediging van de verzameltank in geval
van pompstoring (niet verplicht).
Gerelateerde informatie
4.2 Schets van de installatie
559

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave