Fotograferen met de ingebouwde flitser
Bij gebruik van een lens met een brandpuntsafstand van minder dan 14 mm (vergelijkbaar
met een 28 mm lens op een kleinbeeldcamera) kunnen bij het licht van de flitser de randen
van de foto donkerder worden (vignettering). Of dit effect inderdaad optreedt, hangt ook
af van het lenstype en de lichtomstandigheden (zoals de afstand tot het onderwerp).
1
Druk op de #-knop om de ingebouwde
flitser omhoog te laten springen.
• De ingebouwde flitser springt automatisch
omhoog en ontsteekt bij weinig licht in
de volgende standen.
AUTO/i/&///G/r/g
2
Druk de ontspanknop half in.
• Als # continu oplicht, is de flitser gebruiksklaar.
Als dit teken knippert, is de flitser bezig met
opladen. Wacht in dit geval tot het opladen
is voltooid.
3
Druk de ontspanknop helemaal in.
TIPS
Als u niet wilt dat de flitser automatisch omhoog springt:
j Stel [AUTO POP UP] in op [OFF]. g"AUTO POP UP" (blz. 100)
Foto's maken zonder te wachten tot de flitser opgeladen is:
j Zie "RLS PRIORITY S / RLS PRIORITY C" (gblz. 97).
x
Opmerkingen
• Als [#RC MODE] is ingesteld op [ON] ontsteekt de ingebouwde flitser alleen
om te communiceren met de externe flitser zodat deze niet als een flitser werkt.
g"Fotograferen met het draadloze Olympus RC-flitssysteem" (blz. 78)
Regelen van de flitssterkte
U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3.
Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het
contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw
foto's levendiger worden.
Flitser stand-by-teken
Zoeker
#-knop
5
75
NL