x
Opmerkingen
• Afhankelijk van de uitgevoerde aanpassing kan de lens eventueel niet scherpstellen naar
de )-zijde of naar de nabije zijde.
• Als u een teleconverter gebruikt, worden de teleconverter en de lens als één set vastgelegd.
• Enkel Four Thirds-lenzen kunnen worden vastgelegd.
[DATA LIST]
Hiermee wordt de lensinformatie weergegeven die werd vastgelegd met [LENS DATA]
bij [SET AF DATA]. Selecteer een lens uit de lijst, waarna u de vastgelegde informatie
kunt controleren, verwijderen of bewerken.
Als dezelfde lens verschillende
keren is vastgelegd, wordt
de aanpassingswaarde voor
de lens met v toegepast.
TIPS
Foto's maken terwijl de AF-aanpassingswaarde lichtjes wordt gewijzigd:
j Nadat u de aanpassingswaarde fijn heeft bijgeregeld, drukt u op de ontspanknop en maakt
u verschillende foto's voor u op de i-knop drukt.
Hou rekening met het volgende als u foto's maakt om de AF-aanpassingswaarde te controleren.
• Het is aan te bevelen de beeldkwaliteit in te stellen op een hogere instelling dan YN als
u foto's maakt.
• Let op voor camerabewegingen, bewegingen van het onderwerp en wijzigingen in de afstand
tot het onderwerp terwijl u foto's maakt.
• U maakt best een foto van een onderwerp met veel contrast op een afstand van 3 m in
de eigenlijke opnameomgeving (verlichting en temperatuur).
• Maak geen foto's met tegenlicht.
Het verschil in de aanpassingswaarde vergelijken:
j U kunt de lichtbakweergave gebruiken om de aanpassingswaarden te vergelijken.
De aanpassingswaarden worden ook weergegeven tijdens de lichtbakweergave.
g"Lichtbakweergave" (blz. 81)
Twee soorten aanpassingswaarden vastleggen (met het brandpunt van de lens voor
en achter het onderwerp):
j U kunt verschillende aanpassingswaarden voor dezelfde lens vastleggen. Selecteer
de aanpassingswaarde die tijdens het fotograferen moet worden toegepast, met het
scherm [DATA LIST].
Twee lenzen van hetzelfde type individueel vastleggen:
j U kunt hetzelfde type lens verschillende keren individueel vastleggen.
AF-kaders specificeren en vastleggen, of de aanpassingswaarden vastleggen voor
de groothoek- en telerichtingen van de zoom:
j In het scherm [LENS DATA SET] drukt u op
• U kunt individuele AF-kaders specificeren en elk AF-kader aanpassen. Normaal gesproken
zijn de aanpassingswaarden voor alle AF-kaders vastgelegd.
• U kunt verschillende aanpassingswaarden vastleggen voor de groothoek- en telerichtingen
van de zoom. Normaal gesproken is de aanpassingswaarde voor de telerichting vastgelegd.
DATA LIST
1 14-42 F3.5-5.6
2 14-42 F3.5-5.6
1 12-60 F2.8-4.0
2 12-60 F2.8-4.0
1 50-200 F2.8-3.5
BACK
SET
Selecteer dit om de geselecteerde
lens te controleren, te verwijderen
of te bewerken.
i
om de volgende instellingen uit te voeren.
Selecteer welke lens moet
worden gebruikt als dezelfde
lens meerdere keren werd
vastgelegd.
8
105
NL