Inhoudsopgave
Advertenties
Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Isar MODH1, Wilo-Isar MODV1 • Ed.04/2023-09
buiten bedrijf resp. beschikbaar is. Voor een gelijkmatig gebruik van alle pompen bij instal-
laties zonder frequentieomvormer voert de besturingseenheid een pompwisseling uit, dat
wil zeggen dat de volgorde van inschakeling en de toewijzing van de functies basislast-/
pieklast- of reservepomp regelmatig wisselen. Bij installaties met pompen met een geïnte-
greerde frequentieomvormer vindt er geen pompwisseling tussen master- en slave-
pomp(en) plaats. Wanneer er sprake is van een storing of wanneer de masterpomp uitvalt,
gaat de masterfunctie over naar de tweede pomp. Hiervoor is ook een tweede druksensor
aan zowel de toevoer- als perszijde aanwezig (Fig. 3e en Fig. 6f).
LET OP
Raadpleeg de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de frequentieom-
vormer voor een beschrijving van de functie en de benodigde instellin-
gen.
Membraandrukvat
Het geïnstalleerde membraandrukvat heeft een totale inhoud van ca. 8 l.
Functie:
•
Heeft een bufferfunctie voor de druksensor aan de perszijde.
•
Het voorkomt dat de regeling gaat schommelen bij het in- en uitschakelen van de in-
stallatie.
•
Het waarborgt een geringe aftapping van het water (bijv. bij kleine lekkages) uit de be-
schikbare voorraad zonder de basislastpomp in te schakelen. Daardoor wordt de scha-
kelfrequentie van de pompen verlaagd en is de bedrijfstoestand van de drukverhogings-
installatie stabiel.
Droogloopbeveiliging (WMS) bij installaties zonder frequentieomvormer
Als optioneel toebehoren worden er voor de directe aansluiting van de installatie op het
openbare waterleidingnet verschillende montagesets als droogloopbeveiliging (Fig. 6a t/m
6d – pos. 14) met geïntegreerde drukschakelaar (Fig. 6a t/m 6d – pos. 14-1) aangeboden.
Deze drukschakelaar bewaakt de aanwezige voordruk en geeft bij te lage druk een schakel-
signaal door aan de besturingseenheid.
Bij bestelling van de installatie met een optioneel geïntegreerde WMS is deze montageset
klaar gemonteerd en bedraad.
Voor de uitbreiding van de WMS moet voor installaties met een horizontale pomp
(MODH1-1CH-L...) de bijbehorende montageset, inclusief extra leidingsysteem met mon-
tageplaats en afsluitarmatuur voor de toevoerzijde, worden bijbesteld en gemonteerd
(Fig. 6a).
Voor installaties met een verticale pomp (MODV1-1CVL...) moeten de WMS-montageset
en een extra aansluitset worden bijbesteld en gemonteerd (Fig. 6c).
Bij alle meerpompsinstallaties is op de toevoerleiding standaard een montageplaats voor
de WMS aangebracht.
Bij de indirecte aansluiting (systeemscheiding door drukloze breektank) moet in de breek-
tank een niveau-afhankelijke signaalgever als droogloopbeveiliging worden aangebracht.
Bij gebruik van een Wilo-breektank (Fig. 11a) is een vlotterschakelaar (Fig. 11b – pos. 52) in
de leveringsomvang inbegrepen.
Voor ter plaatse beschikbare reservoirs biedt het Wilo-programma verschillende signaalge-
vers om achteraf te installeren (bijv. vlotterschakelaar WA65 of elektroden voor waterge-
brek met niveaurelais).
Geïntegreerde droogloopbeveiliging bij installaties met frequentieomvormer
Installaties van de serie ISAR MODH1-E zijn af fabriek voorzien van één (enkelpompinstalla-
ties) of twee (meerpompsinstallaties) druksensor(en) (Fig. 6e en 6f).
Bij een directe aansluiting van de installatie op het openbare waternet dienen de druksen-
soren als droogloopbeveiliging. De druksensoren meten continu de actuele waarde van de
voordruk en zetten deze om in een stroomsignaal dat naar de frequentieomvormer van de
(master)pomp wordt gestuurd. Als de waarde lager is dan de ingestelde minimumvoordruk
wordt er een storing geactiveerd en de installatie wordt uitgeschakeld. Een gedetailleerde
beschrijving van de functies vindt u in de inbouw- en bedieningsvoorschriften van de
pomp.
nl
47
Advertenties
Inhoudsopgave
