Inbouw- en bedieningsvoorschriften • Wilo-Isar MODH1, Wilo-Isar MODV1 • Ed.04/2023-09
perszijde (Fig. 1a t/m 2c – pos. 7) een afsluitarmatuur en aan de drukzijde een terugslag-
klep (Fig. 1a t/m 2c – pos. 8) gemonteerd. De pompen van installaties van het type
MODH1-E hebben elk een geïntegreerde frequentieomvormer (Fig. 1c en 2c, pos. 62).
Horizontale centrifugaalpomp(en) CH-L(E) of verticale centrifugaalpomp(en) CV-L
(Fig. 1a, 1b, 2a, 2b - pos. 1)
Afhankelijk van de toepassing en de vereiste vermogensparameters worden er verschillen-
de soorten meertraps horizontale (CH-L) of verticale (CV-L) centrifugaalpompen in de
drukverhogingsinstallatie ingebouwd. Het aantal kan variëren van 1 tot 3 pompen.
LET OP
Zie voor gedetailleerde aanwijzingen over de pomp in deze drukverho-
gingsinstallatie de bijgevoegde inbouw- en bedieningsvoorschriften van
de pomp.
Besturingseenheid (Fig. 1a t/m 2c – pos. 2)
Voor de aansturing van de drukverhogingsinstallatie zonder frequentieomvormer dient de
besturingseenheid van de serie EC. De afmetingen en de componenten van deze bestu-
ringseenheid zijn afhankelijk van het bouwtype en de vermogensparameters van de pom-
pen.
LET OP
• Gedetailleerde aanwijzingen over de gebruikte constructie van de in
de drukverhogingsinstallatie gebruikte besturingseenheid vindt u in
de meegeleverde inbouw- en bedieningsvoorschriften en het daarbij
behorende schakelschema.
De besturingseenheid (Fig. 1a t/m 2c – pos. 2) is op een console (MODV1: Fig. 1b en 2b –
pos. 13), (MODH1: Fig. 1a en 2a – pos. 13) op het basisframe (Fig. 1a t/m 2c – pos. 3) ge-
monteerd en stekkerklaar bedraad met de elektrische componenten van de installatie. Bij
installaties met een geïntegreerde frequentieomvormer vindt de aansturing direct via de
frequentieomvormer plaats (Fig. 1c en 2c – pos. 62). Bei meerpompsinstallaties vindt de
aansturing plaats volgens het master-slave-principe. De aparte besturingseenheid (Fig. 2c
– pos. 2) dient uitsluitend voor de spanningsvoorziening.
Membraandrukvat (Fig. 3a, 3b, 3d resp. Fig. 4 – pos. 9)
De leveringsomvang bevat bij alle installaties een 8-liter-membraandrukvat (pos. 9) met
een afsluitbaar doorstromingsarmatuur (pos. 10) (voor de doorstroming volgens DIN 4807
deel 5).
•
Schroef het membraandrukvat in de standaard geïnstalleerde doorstromingsarmatuur
(Fig. 3a, 3a, 3b en Fig. 4).
Droogloopbeveiliging (WMS, Fig. 6a t/m 6d)
Optioneel kan bij installaties zonder frequentieomvormer een module voor droogloopbe-
veiliging (Fig. 6b, 6c – pos. 14a) op de toevoerleiding zijn gemonteerd of achteraf worden
gemonteerd.
Bij horizontale enkelpompinstallaties bestaat deze module voor de droogloopbeveiliging
bovendien uit een aansluitleiding (Fig. 6a – pos. 4) en een afsluitarmatuur (Fig. 6a – pos. 6).
Bij verticale enkelpompinstallaties is deze module voor de droogloopbeveiliging op een ex-
tra set (pos. 14b) op de aftapaansluiting van de pomp geïnstalleerd (Fig. 6c).
Druksensor en manometer (Fig. 3a t/m 3e en 6e t/m 6f)
Montageset druksensor (aan perszijde, Fig. 3a t/m 3e).
Montageset druksensor (aan toevoerzijde, Fig. 6e t/m 6f) bij installaties met frequentieom-
vormer (ISAR MODH1-E).
•
Manometer (pos. 11-1 resp. 11-2)
•
Druksensor perszijde (pos. 12-1a)
•
Druksensor zuigzijde (ISAR MODH1-E) (pos. 12-2a)
•
Elektrische aansluiting, druksensor perszijde (pos. 12-1b)
•
Elektrische aansluiting, druksensor toevoerzijde (pos. 12-2b)
nl
45