194
Rijden en bediening
Storing
Het Lane Departure Warning-
systeem werkt mogelijkerwijs niet
goed wanneer:
● De voorruit niet schoon is.
● De omgevingsomstandigheden
ongunstig zijn, zoals harde
regen, sneeuw, direct zonlicht of
schaduwen.
Het systeem kan niet werken als het
geen rijstrookmarkering waarneemt.
Brandstof
Brandstof voor
benzinemotoren
Gebruik alleen loodvrije brandstof die
voldoet aan de Europese norm
EN 228 of E DIN 51626-1 of gelijk‐
waardig.
De motor kan draaien op brandstof
met een ethanolgehalte van maxi‐
maal 10% (bijv. E10).
Brandstof met het aanbevolen
octaangetal gebruiken. Bij een lager
octaangetal kunnen het motorvermo‐
gen en -koppel lager zijn en neemt het
brandstofverbruik iets toe.
Voorzichtig
Gebruik geen brandstof of brand‐
stofadditieven die metalen
bestanddelen bevatten, zoals
additieven op mangaanbasis. Dat
kan motorschade veroorzaken.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof die niet
voldoet aan EN 228 of E DIN
51626-1 of soortgelijk, kan leiden
tot afzettingen of motorschade.
Voorzichtig
Gebruik van brandstof met een
lager octaangetal dan het laagst
mogelijke octaangetal kan onge‐
controleerde verbranding en
motorschade veroorzaken.
Voor de motorspecifieke vereisten
met betrekking tot het octaangetal
verwijzen we u naar het overzicht
motorgegevens 3 272. Eventuele
andere informatie op een label op de
tankklep heeft altijd prioriteit.
Brandstof voor
dieselmotoren
Alleen dieselbrandstoffen gebruiken
die voldoen aan EN 590.