Bij auto's met een lichtsensor kan de
helderheid alleen worden aangepast
wanneer de rijverlichting aanstaat en
de lichtsensor nachtelijke omstandig‐
heden detecteert.
Binnenverlichting
De voorste en achterste interieurver‐
lichting worden bij het in- en uitstap‐
pen vanzelf ingeschakeld en doven
met enige vertraging.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags
geactiveerd worden gaat de vloer‐
verlichting automatisch aan.
Voorste interieurverlichting
Bedien de wipschakelaar:
: automatisch in- en
w
uitschakelen
druk op u : aan
druk op v : uit
Instapverlichting op versie met
panoramadak
De verlichting links en rechts is afzon‐
derlijk schakelbaar.
Bedien de tuimelschakelaars:
middelste
: automatisch in- en
stand
uitschakelen
druk op I
: aan
druk op 0
: uit
Verlichting
Achterste interieurverlichting
Brandt in combinatie met de voorste
instapverlichting, afhankelijk van de
stand van de tuimelschakelaar.
Druk op s of t om handmatig in te
schakelen.
129