Handmatige modus
Haal de keuzehendel uit de stand D
naar links om de handgeschakelde
modus M te selecteren.
Tip de keuzehendel aan
naar voren
: opschakelen naar een
hogere versnelling
<
naar
: terugschakelen
achteren ]
naar een lagere
versnelling
De ingeschakelde versnelling
verschijnt op de instrumentengroep.
Wordt bij een te lage snelheid een
hogere versnelling geselecteerd of
een lagere versnelling bij een te hoge
snelheid, dan schakelt de auto niet.
Hierdoor kan er een melding verschij‐
nen op het Driver Information Center.
In de handmatige modus wordt er bij
hoge toerentallen niet automatisch
naar een hogere versnelling opge‐
schakeld.
Elektronische
rijprogramma's
● Het bedrijfstemperatuurpro‐
gramma brengt de katalysator na
een koude start snel op tempera‐
tuur door het motortoerental te
verhogen.
● De automatische neutraalscha‐
keling schakelt vanzelf de
neutraalstand in wanneer de auto
wordt stilgezet met een inge‐
schakelde versnelling en de rem
wordt ingetrapt.
● Bij een ingeschakelde SPORT-
modus vindt het schakelen bij
hogere toerentallen plaats
Rijden en bediening
(behalve wanneer cruise control
is ingeschakeld). SPORT-modus
3 161.
● Speciale programma's passen bij
klimmen en dalen de schakelmo‐
menten automatisch aan.
● Bij het wegrijden op sneeuw of ij
of op andere gladde ondergron‐
den schakelt de elektronische
transmissieregeling automatisch
een hogere versnelling in.
Kickdown
Bij het geheel intrappen van het
gaspedaal in de automatische modus
schakelt de transmissie afhankelijk
van het motortoerental naar een
lagere versnelling.
Storing
Bij een storing brandt controlelamp
g. U ziet bovendien een cijfercode
of voertuigmelding op het Driver Infor‐
mation Center. Boordinformatie
3 102.
153