Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Instellingen
11.2

Instelbare reductiekleppen

Met de instelbare reductiekleppen kunnen de snelheden voor omlaag en
op de machine worden ingesteld. De reductiekleppen zijn in de fabriek zo ingesteld dat het naar
buiten bewegen van de beide harken in de transportstand resp. wendakkerstand gelijktijdig en
horizontaal gebeurt. Door verschillende trekkertypen en oliedrukwaarden kan met de
reductiekleppen worden bijgesteld.
Aanwijzing
Instelling aan de reductiekleppen
Al zeer kleine verstellingen van de stiftschroeven resp. stelschroeven op de reductiekleppen
heeft een grote verandering van de snelheid van naar buiten en omlaag bewegen tot gevolg.
Aanwijzing
Instelling aan de reductiekleppen
Na het uitvoeren van de instelling, aan de reductiekleppen, de zeskantmoer resp. de inbusbout
weer vastdraaien en de werking controleren.
Afb. 32
Reductieklep (1)
Uitzet- c.q. daalsnelheid van de knikdissel.
Draai de zeskantmoer (a) los
Stiftschroef (b) in- of uitdraaien (naar binnen draaien leidt tot een reductie van de oliestroom
en daardoor tot langzamer naar buiten en omlaag bewegen van de knikdissel).
Reductieklep (2)
Snelheid van omlaag bewegen van de voorste hark.
Draai de inbusbout (c) los
Draai de stiftschroef (d) in- of uit (het naar buiten draaien leidt tot een vergroting van de
oliestroom en daardoor tot een snellere daling van de voorste cirkel).
70
naar buiten bewegen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

1026363

Inhoudsopgave