Eerste ingebruikneming
7.2
Machine aankoppelen aan de trekker
•
De beveiliging tegen onbevoegd gebruik demonteren.
Voor het aankoppelen van de machine aan de trekker is aan de
of een akkerrail vereist.
Afb. 7:
•
Koppel de cirkelhark aan de ondertrekhaak
(2).
•
Tractormotor uitzetten en contactsleutel verwijderen.
•
Beveilig de trekker en de machine tegen wegrollen.
7.3
Basisinstelling
Afb 8:
Hark voor (a)
•
Beweeg de akkerrail omhoog of omlaag tot de voorste hark horizontaal staat.
•
Stel het steunwiel (1) vooraan zo in dat de hark horizontaal of iets naar voren geneigd staat.
•
Het steunwiel kan rechts of links worden gemonteerd.
Hark achter (b)
•
Stel het steunwiel (2) achteraan zo in dat de
staat.
Het achterste steunwiel kan bij extreme voederverhoudingen
"rechts" (pos. II) worden gemonteerd. Daardoor wordt het goed van de voorste cirkel niet door
het achterste steunwiel overreden en wordt de bodemaanpassing van de achterste cirkel niet
beïnvloed.
44
2
1
SW46T034_1
trekkerzijde een ondertrekhaak
of aan de akkerrail (1) en bevestig met de bout
hark horizontaal of iets naar voren geneigd
bij enkel zwad nog verder naar