CONTROLE- EN WAARSCHUWINGSLAMPJES
De hierna beschreven weergave informatie HANGT AF VAN DE UITRUSTING VAN DE AUTO EN VAN HET LAND.
É
Controlelampje voorverwar-
ming (dieselmotor)
Met contact aan, moet het oplichten. Het
geeft aan dat voorverwarmingsstiften
werken.
Het dooft als de voorverwarming klaar is. De
motor kan starten.
Š ‰
Indicatielampje voor overscha-
kelen naar de volgende versnel-
ling
Ze lichten op om u te adviseren naar een
hogere versnelling (pijl omhoog) of lagere
versnelling (pijl omlaag) te schakelen.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
2
W a a r s c h u w i n g s l a m p j e
geopend(e) portier(en)
(4/6)
å
Waarschuwingslampje airbag
Het lampje op het instrumentenpa-
neel gaat branden als het contact wordt aan-
gezet of de motor wordt gestart en dooft na
enkele seconden.
Als het niet oplicht bij het aanzetten van het
contact of als het oplicht bij draaiende motor,
wijst dit op een storing in het systeem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
Ó
Waarschuwingslampje voet op
het rempedaal
Het licht op zodra het rempedaal moet
worden ingedrukt. Raadpleeg de paragraaf
"Automatische transmissie" in hoofdstuk 2.
Raadpleeg de paragraaf "Tips voor het
rijden, zuinig rijden" in hoofdstuk 2.
}
Waarschuwingslampje handrem
of elektronische parkeerrem
vastgezet
Raadpleeg de informatie over de "Handrem"
en de "Elektronische parkeerrem" in hoofds-
tuk 2.
Waarschuwingslampje motor
op stand-by
Raadpleeg de paragraaf "Stop and Start-
functie" in hoofdstuk 2.
Waarschuwingslampje motor
kan niet op stand-by worden
gezet
Raadpleeg de paragraaf "Stop and Start-
functie" in hoofdstuk 2.
ÐÎ
Controlelampjes van de
snelheidsbegrenzer
Raadpleeg
de
informatie
"Snelheidsbegrenzer" in hoofdstuk 2.
ÏΦ
C o n t r o l e l a m p j e s
voor de snelheidsre-
gelaar
Raadpleeg de paragraaf "Snelheidsregelaar"
in hoofdstuk 2.
Controlelampje van de instel-
bare snelheidsregelaar
Raadpleeg de paragraaf "Snelheidsregelaar"
in hoofdstuk 2.
over
de
1.65