FUNCTIE STOP AND START
Dit systeem zorgt voor een lager brandstof-
verbruik en vermindert de uitstoot van broei-
kasgassen.
Het systeem wordt automatisch ingescha-
keld wanneer de auto begint te rijden.
Tijdens het rijden zet het systeem de motor
af (op stand-by) wanneer de auto stilstaat
(file, voor een stoplicht enz.).
Omstandigheden waarbij de
motor op stand-by wordt gezet
De auto heeft na de laatste stilstand gere-
den.
Voor een automatische versnellingsbak:
– de versnellingsbak staat in stand D, M of
N;
– en het rempedaal wordt (voldoende hard)
ingedrukt;
– en het gaspedaal wordt niet ingedrukt;
– en de snelheid is nul gedurende onge-
veer 1 seconde.
De motor blijft op stand-by staan wanneer
stand P inschakelt, of wanneer stand N in-
schakelt terwijl de parkeerrem is aangetrok-
ken en het rempedaal wordt losgelaten.
2.10
(1/4)
Voor een handgeschakelde versnellings-
bak:
– De versnellingshendel staat in de neu-
trale stand (neutraal);
– en het koppelingspedaal wordt losgela-
ten. Als het controlelampje
pert, is het koppelingspedaal niet vol-
doende losgelaten
– en de auto rijdt met een snelheid die
lager is dan ongeveer 3 km/u.
Wanneer de motor afslaat terwijl het
systeem in werking is, moet u het kop-
pelingspedaal volledig induwen om de
motor weer te starten.
Rijd niet met de auto wanneer
de motor op stand-by staat (het
waarschuwingslampje
wordt op het instrumentenpa-
neel weergegeven).
Voor alle auto's:
Het waarschuwingslampje
strumentenpaneel gaat branden wanneer de
motor op stand-by staat. De uitrustingen van
de auto blijven in werking terwijl de motor
stilstaat.
knip-
Afhankelijk van de auto, werkt de stuurbe-
krachtiging mogelijk niet meer zodra de
motor op stand-by overgaat.
In dat geval werkt deze pas weer wanneer
de motor niet meer in de stand-bystand staat
of de snelheid hoger is dan ongeveer 1 km/u
(bij afdalen enzovoort).
Wanneer de motor op stand-by
wordt gezet, wordt de automa-
tische parkeerrem (afhankelijk
van de auto) niet automatisch
vastgezet.
Voordat u uit de auto stapt,
moet u het contact uitzetten
(zie "De motor starten en stop-
pen" in hoofdstuk 2).
op het in-