VEILIGHEID
• Mors geen brandstof. Doe de
brandstoftank niet te vol (er mag
zich geen brandstof in de vulpijp
bevinden). Draai de tankdop na het
vullen goed dicht.
Verwijder gemorste brandstof
alvorens de motor te starten.
De uitlaat kan erg heet worden en ook
na het uitzetten van de motor nog
enige tijd heet blijven. Aanraking met
hete motoronderdelen kan
brandwonden veroorzaken en kan
ontbranding veroorzaken van
bepaalde materialen.
• Voorkom aanraking van hete delen
van motor en uitlaatsysteem.
• Laat de motor eerst afkoelen
alvorens onderhoud te plegen of te
vervoeren.
8
Gevaar van
koolmonoxidevergiftiging
Het uitlaatgas bevat koolmonoxide,
een kleur- en reukloos giftig gas. Het
inademen ervan kan leiden tot
bewusteloosheid en de dood.
• Als u de motor laat lopen in een
afgesloten of gedeeltelijk
afgesloten ruimte, kan de lucht
vervuild raken met een gevaarlijke
hoeveelheid uitlaatgas. Zorg voor
voldoende ventilatie om te
voorkomen dat uitlaatgassen zich
ophopen.