Kantelen van de buitenboordmotor
Kantel de buitenboordmotor om te
voorkomen dat de schroef en het
staartstuk de bodem raken als de boot
afgemeerd wordt of stilgelegd in
ondiep water.
1. Beweeg de schakelhendel naar stand
N en zet de motor uit.
(zie pagina 14).
2. Verdraai de brandstofkraanhendel
naar de uit-stand (BF4A) of de
draagbare brandstoftankstand
(BF5D en BF6A) (zie bladzijde 15).
3. Sluit de ventilatie van de interne
brandstoftank door de
ontluchtingsknop helemaal rechtsom
te draaien (zie bladzijde 23).
4. Als u een draagbare brandstoftank
gebruikt, sluit u de interne ventilatie
en de ventilatie van de draagbare
brandstoftank door de ventilatieknop
helemaal rechtsom te draaien
(zie bladzijde 22, 23), de
brandstofleiding te ontkoppelen van
de buitenboordmotor en de
brandstofinlaatdop te installeren
(zie bladzijde 23).
NEUTRAAL
SCHAKELHENDEL
NEUTRAAL
BEDIENING
GREEP
5. Zet de kantelhendel in de stand
KANTELEN. Pak de handgreep op
de motorafdekkap beet en trek de
motor omhoog.
VOORZICHTIG
Gebruik de handgreep van de
kantelhendel niet om de
buitenboordmotor aan op te tillen.
Laat de buitenboordmotor voor het
kantelen een minuut na het stopzetten
van de motor in de draaistand staan om
het water uit de binnenkant van de motor
af te laten voeren.
Zet de motor stop en ontkoppel de
brandstofleiding van de
buitenboordmotor voordat u de
buitenboordmotor kantelt.
57