Voordat u de buitenboordmotor
vervoert:
Als u de interne brandstoftank gebruikt,
draait u de brandstofkraanhendel in de
OFF-stand (BF4A) of de stand voor de
draagbare brandstoftank (BF5D en
BF6A) (zie bladzijde 15) en sluit u de
interne ventilatie van de brandstoftank
door de ventilatieknop helemaal
rechtsom te draaien (zie bladzijde 23).
Als u een draagbare brandstoftank
gebruikt, sluit u de interne ventilatie en
de ventilatie van de draagbare
brandstoftank door de ventilatieknop
helemaal rechtsom te draaien (zie
bladzijde 22, 23), de brandstofleiding
in de volgende procedure te ontkoppelen
en de brandstofinlaatdop te installeren.
Zorg dat de brandstofinlaatdop goed is
bevestigd.
Sluit de ventilatie van de interne
brandstoftank door de ontluchtingsknop
helemaal rechtsom te draaien. Als u
van plan bent de buitenboordmotor op
te slaan, te kantelen of te transporteren.
WAARSCHUWING
Benzine is uiterst brandbaar en
brandstofdamp kan exploderen
waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
• Mors geen brandstof. Gemorste
brandstof of brandstofdamp kan
in brand vliegen. Verwijder
gemorste brandstof alvorens de
buitenboordmotor op te slaan of
te vervoeren.
• Rook niet en voorkom open vuur
en vonken tijdens het tanken en
in ruimten waar brandstof wordt
afgetapt of opgeslagen.
ATENTIE
Trek bij koud weer de
buitenboordmotor uit het water,
verwijder de dodemansschakelaarclip
en trek enkele malen aan het
startkoord om het water volledig
uit de motor te verwijderen om bij
kouder weer te voorkomen dat zich
in de waterpomp ijs vormt.
10. VERVOER
Verwijderen van de brandstofleiding
(optionele apparatuur voor BF5D
en BF6A)
KOPPELING BRANDSTOFLEIDING
CLIP
1. Druk de lip van de koppeling van
de brandstofleiding in, trek de
leiding los en neem deze los van de
koppeling van de buitenboordmotor.
Installeer dan de brandstofinlaatdop.
KOPPELING
BRANDSTOF-
LEIDING
2. Trek aan de afdekkap van de
koppeling van de brandstofleiding,
trek aan de leiding om deze los te
nemen van de draagbare
brandstoftank.
63