PLAATSEN
ATENTIE
• Sluit de positieve (+) accukabel
eerst aan. Neem bij het losnemen
van de kabels eerst de negatieve
(–) kabel los en daarna de
positieve (+) kabel.
• Als de kabels niet goed op de
klemmen zijn aangesloten, wordt
de accu niet opgeladen.
• Voorkom het verwisselen van de
polariteit omdat hierdoor het
laadsysteem van de
buitenboordmotor beschadigd
kan raken.
• Neem de accukabels niet los als
de motor draait. Het losnemen
van de accukabels bij draaiende
motor kan het elektrische systeem
van de buitenboordmotor
beschadigen.
• Plaats geen brandstoftank in de
buurt van de accu.
30
Accu-laadkabel
(Indien van toepassing).
ACCU-LAADKABEL
De accu-laadkabel levert 12 volt,
6 amp voor het laden van de accu.
Het laadcircuit wordt beschermd door
een 15A-zekering die op de accu-
laadkabel is aangesloten.
ACCU
– NAAR ACCESSOIRES
VOORZICHTIG
• Als de accupolen omgewisseld
worden, zal dit leiden tot schade
aan het laadsysteem en/of de accu.
• Als de gelijkstroomlaadkabel niet
in gebruik is, houd deze dan
droog en schoon door hem af te
dekken met de isolatiedoek.
De 12 volt-uitgangsspanning van de
buitenboordmotor mag alleen gebruikt
worden voor het laden van de accu.
Elektrische accessoires moeten
aangesloten worden op de accu zoals
aangegeven.