Overzicht van de bedieningstoetsen
Achterpaneel, voorpaneel
1
2
j
1 Kensington-beveiligingsgleuf
2 POWER toets (bladzijde 18 )
Voor aanzetten en uitschakelen van dit apparaat.
3 EXTENSION-aansluiting (pagina 16 )
Wordt gebruikt bij uitbreiding van PRO DJ LINK. Aansluiten op de
LAN-aansluiting van een computer waarop rekordbox is geïnstal-
leerd, enz.
4 PHONO aansluitingen (bladzijde 16 )
Voor aansluiten op de phono-aansluiting (MM-element) van een
weergave-apparaat. Geen lijnniveau-ingangssignalen op aansluiten.
Om apparatuur te kunnen verbinden met de [PHONO] aansluitingen,
moet de kortsluitstekker uit de aansluitingen verwijderd worden.
Steek deze kortsluitstekker in de [PHONO] aansluitingen wanneer er
niets op is aangesloten om externe ruis te verminderen.
5 LINE aansluitingen (bladzijde 16 )
Aansluiten op een DJ-speler of een lijnuitgangscomponent.
6 SIGNAL GND aansluiting (bladzijde 16 )
Sluit hierop de aardingsdraad van een analoge platenspeler aan.
Dit vermindert storende geluiden bij aansluiten van een analoge
platenspeler.
7 MIC2 aansluiting (bladzijde 16 )
Sluit hierop een microfoon aan.
3
6
4
5
4
5
EXTENSION
CH4
CH3
MASTER1
MASTER2 REC OUT
i
h
4
5
4
5
6
7
LINK
WORD CLOCK
CH2
CH1
IN
OFF ON
BOOTH
DIGITAL OUT
AES/EBU
g
f
e
d
c b
8 MIC1 aansluiting (bladzijde 16 )
Sluit hierop een microfoon aan.
9 INTERNET-aansluiting
Verbinden met een router enz. die in verbinding staat met het inter-
net. Deze wordt gebruikt wanneer verbinding wordt gemaakt met het
KUVO-systeem.
Sluit een apparaat dat u wilt verbinden met PRO DJ LINK niet aan op
deze aansluiting maar op de [EXTENSION]-aansluiting.
a DIGITAL IN aansluiting (bladzijde 16 )
Sluit deze aan op de coaxiale digitale uitgangsaansluitingen van
DJ-spelers, enz. Bij omschakelen van de bemonsteringsfrequentie
van het uitgangssignaal kan het geluid een ogenblik wegvallen.
b ON/OFF (aan/uit)-schakelaar van 75 Ω-aansluiting
c WORD CLOCK-ingangsaansluiting
Zet de externe clockgenerator op MASTER en gebruik een digitale
masteruitgang die gesynchroniseerd is met een ander apparaat.
Gebruik een kabel met een impedantie van 75 Ω voor de verbinding
tussen de aansluitingen. De prestaties worden niet gegarandeerd
wanneer een kabel met een andere impedantie dan 75 Ω wordt
gebruikt.
Pas de instelling van de ON/OFF-schakelaar van de 75 Ω-aansluiting
aan de verbindingswijze aan.
— ON
8
INTERNET
75
DIGITAL IN
a
9
PHONES
k
7
Nl