Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

PIONEER DJ DJM-TOUR1 Handleiding pagina 10

Inhoudsopgave

Advertenties

is aangesloten, wordt de audio die wordt ingevoerd naar [L (MONO)]
ook ingevoerd naar [R].
8 TILTABLE DISPLAY ontgrendelknop
Ontgrendelt de vergrendeling die in werking treedt wanneer de
TILTABLE DISPLAY wordt gesloten.
9 TILTABLE DISPLAY
Voor informatie over het gebruik van het scherm, zie pagina 11 .
a PHONES-aansluiting (bladzijde 18 )
Sluit hierop een hoofdtelefoon aan.
Geschikt voor een 1/4" stereostekker en een 3,5 mm stereoministek-
ker, en twee hoofdtelefoons kunnen tegelijkertijd gebruikt worden.
b LEVEL instelling (bladzijde 18 )
Regelt het uitgangsniveau van de geluidsweergave via de
hoofdtelefoon.
c MIXING instelling (bladzijde 18 )
Hiermee kunt u de balans regelen van het meeluistervolume voor het
geluid van de kanalen waarvoor [CUE] wordt ingedrukt en het geluid
van het [MASTER] kanaal.
d MONO SPLIT, STEREO keuzeschakelaar
(bladzijde 18 )
Bepaalt hoe het geluid voor het meeluisteren via de hoofdtelefoon
wordt verdeeld.
e PARAMETER instelling
Regelt de SOUND COLOR FX-parameter.
f SOUND COLOR FX toetsen
Deze zetten de SOUND COLOR FX effecten aan/uit.
g OFF, ON, TALK OVER keuzeschakelaar (bladzijde 19 )
Zet de microfoon aan/uit.
h Microfoonindicator (pagina 19 )
i EQ (HI, LOW) instellingen (bladzijde 19 )
Deze regelen de toonweergave van de [MIC1] en [MIC2] kanalen.
j MIC LEVEL instelling (bladzijde 19 )
Regelt het niveau van de geluidsingang naar de kanalen [MIC1] en
[MIC2].
k MIDI ON/OFF-knoppen
Zet de MIDI-functie aan en uit.
l USB verbindingsindicator
Een indicator licht op wanneer een computer is aangesloten.
Hij knippert als het stuurprogramma niet op de computer is
geïnstalleerd.
m USB aansluiting (bladzijde 17 )
Sluit de computer aan.
n Ingangskeuzeschakelaars (bladzijde 18 )
Kiest de ingangsbron van elk kanaal voor de componenten die op dit
apparaat zijn aangesloten.
o EQ/ISO (HI, MID, LOW) instellingen
Deze regelen de toonweergave van de diverse kanalen.
p COLOR-instelling
Dit wijzigt de SOUND COLOR FX parameters van de diverse kanalen.
q CROSS FADER ASSIGN (A, THRU, B) keuzeschakelaar
(bladzijde 18 )
Stelt de uitgangsbestemming van elk kanaal in op [A] of [B].
r Crossfader-regelaar (bladzijde 18 )
Voor weergave van geluidssignalen die zijn toegewezen via
de crossfader-toewijzingsschakelaar, overeenkomstig de
curvekarakteristiek die is gekozen met de [CROSS FADER]
(crossfadercurve-keuzeschakelaar).
10
Nl
s MASTER LEVEL instelling (bladzijde 18 )
Regelt de geluidssterkte van de weergave via de [MASTER1] en
[MASTER2]-aansluitingen.
t Hoofdniveau-aanduiding (bladzijde 18 )
Toont de geluidssterkte van de weergave via de [MASTER1] en
[MASTER2]-aansluitingen.
u BALANCE instelling
Voor het regelen van de links/rechts balans van de geluidsweergave
via de [MASTER1] aansluitingen enz.
v BOOTH MONITOR instelling (bladzijde 19 )
Regelt het niveau van de geluidssignalen die worden weergegeven
via de [BOOTH]-aansluiting.
w EQ CURVE (ISOLATOR, EQ) keuzeschakelaar
Schakelt de functie van de [EQ/ISO (HI, MID, LOW)] instellingen om.
x CH FADER (
,
,
Schakelt de kanaalregelcurve-karakteristiek om.
y CROSS FADER (
,
curve
Voor omschakelen van de crossfader-curvekarakteristiek.
z SEND/RETURN (1/4" JACK,
Schakelt de ingangs-/uitgangsbron van het SEND/RETURN-kanaal
om.
Selecteer ofwel het apparaat dat is aangesloten op de
[SEND/RETURN]-aansluiting op het bedieningspaneel, of het appa-
raat dat is aangesloten op de aansluiting voor een mobiel apparaat.
A RETURN TYPE (AUX, INSERT) keuzeschakelaar
Selecteert de methode SEND/RETURN.
B Aansluiting voor mobiel apparaat (USB-poort)
Aansluiting voor een mobiel apparaat om gebruik van SEND/
RETURN voor apps mogelijk te maken.
C SEND/RETURN ON/OFF-knop
Zet SEND/RETURN aan en uit.
D SEND/RETURN LEVEL-instelling
Past het geluidsniveau van SEND/RETURN aan.
E Hoofdbeeldscherm
Toont de naam van het effect, BPM, effectparameter, enz.
F X-PAD
BEAT FX is aan terwijl deze aangeraakt wordt. De parameter kan ook
worden aangepast afhankelijk van de aangeraakte plaats.
G BEAT c, d toetsen
Bepaal de beatfractie voor het synchroniseren van het effectgeluid.
H TAP-toets
Als de BPM-meetstand is ingesteld op [TAP], tikt u met een vinger op
de toets om de BPM handmatig in te voeren.
I QUANTIZE (UTILITY, WAKE UP)-knop
— QUANTIZE: Als de functie QUANTIZE wordt ingeschakeld voor
BEAT FX, wordt het effect op het geluid toegepast zonder uit het
tempo van het huidige muziekstuk te raken.
— UTILITY: Toont het scherm [UTILITY].
— WAKE UP: Annuleert de stand-bystand.
J AUTO/TAP-toets
Schakelt de BPM-meetmethode om.
K FX FREQUENCY-knop
Selecteer het bereik voor toepassing van BEAT FX. BEAT FX wordt
toegepast op het bereik van de verlichte knop.
L Beateffect-keuzeschakelaar
Schakelt het BEAT FX effecttype om.
M Effectkanaal-keuzeschakelaar
Schakelt het kanaal om waarop het BEAT FX zal worden toegepast.
) keuzeschakelaar
,
) keuzeschakelaar voor
) keuzeschakelaar

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Djm-900nxs2

Inhoudsopgave