VONKENVANGER
Zie de veiligheidsmaatregelen op pagina 50.
De vonkenvanger van het uitlaatsysteem moet
regelmatig van koolaanslag worden gezuiverd
(zie het Onderhoudsschema, pagina 53).
Het uitlaatsysteem wordt zeer heet wanneer de
motor loopt en blijft nog een tijdje heet nadat de
motor is afgezet. Wacht tot het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens dit karwei uit te voeren.
(2)
(1)
(1) Bouten
(2) Vonkenvanger
68
(4)
(3)
(3) Pakking
(4) Uitlaatdemper
1. Verwijder de bouten (1), de vonkenvanger (2)
en de pakking (3) van de uitlaatdemper (4).
2. Gebruik een borstel om koolaanslag van het
gaas van de vonkenvanger te verwijderen.
Pas op en zorg dat het gaas van de
vonkenvanger niet wordt beschadigd.
De vonkenvanger mag geen scheurtjes of
gaten vertonen. Vervang als dat nodig is.
Controleer de pakking. Vervang als dat
nodig is.
3. Installeer de vonkenvanger en de
pakkingring in de uitlaatdemper en zet de
bouten stevig vast.