6.
INSTELLINGEN
6.1
Algemeen
U kunt de instellingen van het apparaat via het bedieningspaneel wijzigen.
Er zijn drie soorten instellingen:
•
Informatie
•
Manager
•
Service
6.2
Information
6.2.1
Toegang
1. Activeer het instellingenmenu (keuzeknop rechts).
2. Kies "informatie".
3. Druk op OK.
6.2.2
Overzicht
Het scherm toont gedurende een vooraf bepaalde tijd een
overzicht met een aantal voorgeprogrammeerde instellingen.
Druk op een willekeurige knop om direct naar het instelmenu
terug te keren.
NL
22 /36
TDR-AC