De volgende veiligheidslabels zijn op de hieronder
aangegeven plaatsen op de machine
aangebracht. Breng een nieuw label aan wanneer
een van deze labels is beschadigd of onleesbaar
is geworden.
WAARSCHUWING SCHERPE ONDERDELEN
− BEVINDT ZICH OP DE ACHTERSTE
FILTERBUS.
VEILIGHEIDSLABEL –
BEVINDT ZICH ONDER DE
BESTUURDERSZITPLAATS.
LABEL UITLAATGASSEN − BEVINDT ZICH
ONDER DE BESTUURDERSZITPLAATS.
ATLVt 4300 330525 (9−99)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
WAARSCHUWING BEWEGENDE
VENTILATOR − BEVINDT ZICH OP DE
ACHTERSTE FILTERBUS.
WAARSCHUWINGSLABEL
VENTILATOR – BEVINDT
ZICH IN HET
MOTORCOMPARTIMENT.
WAARSCHUWINGSLABEL LAWAAI −
BEVINDT ZICH ONDER DE
BESTUURDERSZITPLAATS.
5