BEDIENING
Blijf uit de buurt van grof vuil waardoor de
zuigslang verstopt kan raken, zoals takken, draad
of grof afval. Door grof vuil kan de zuigkop
verstopt raken. Blijf steeds controleren of er grove
stukken afval in de zuigslang verdwijnen. Heeft u
dit nagelaten, verwijder dan de slang en controleer
of er verstoppingen zijn.
Laat de machine nooit onbeheerd achter terwijl de
motor loopt. Zet altijd de ventilator uit, schakel de
parkeerrem in, zet de motor uit en neem de sleutel
uit het contactslot voordat u uitstapt.
LET OP: Voordat u de machine verlaat of
er onderhoud aan pleegt: parkeer de
machine op een vlakke ondergrond,
schakel de parkeerrem in, zet de motor
uit en neem het sleuteltje uit het contact.
Schakel altijd de vacuümventilator en de motor uit
voordat u aangekoekt vuil verwijdert.
Schakel de vacuümventilator en de motor uit
voordat u de vacuümzak leegmaakt of de
vuilvergaarbak opent.
WAARSCHUWING: Draaiende ventilator.
Zet de motor uit. Zet de motor uit
voordat u de vuilfilterbus opent.
In de draaiende ventilator bovenin de vuilfilterbus
kan zich licht vuil vastzetten. Maak dit schoon met
een veger wanneer u de zakken leegt.
36
ATLVt 4300 330525 (12−01)