BEDIENING
3. Open de balansklep van de zuigslang om de
zuigkracht naar de zuigslang te sturen.
4. Haal de zuiginstallatie van de
bevestigingswand en begin te zuigen.
5. Wanneer de zuiginstallatie meer zuigkracht
nodig heeft kunt u de schuifklep van de
hoofdzuigslang sluiten. Hierdoor zal alle
zuigkracht ten goede komen aan de
zuiginstallatie.
LET OP: Sluit nooit de kleppen van zowel de
handzuiger als de trek/duwkleppen van de
hoofdslang terwijl de afzuigventilator draait.
Hierdoor kan schade aan de vuilvergaarbak of de
verzegelingen van de vuilvergaarbak ontstaan.
6. Nadat u klaar bent met zuigen dient u de
opening van de zuiginstallatie te bedekken,
of de opening te plaatsen op een schoon,
plat oppervlak, zodat de zuigslang zich weer
in kan trekken.
7. Duw de balansklep in om de zuiginstallatie
uit te schakelen.
8. Zet de zuiginstallatie weer vast aan de
bevestigingswand.
58
ATLVt 4300 330525 (2−01)