De volgende aanduidingen komt u vaak tegen in
deze handleiding:
WAARSCHUWING: Om u te
waarschuwen voor gevaarlijke situaties
of onveilige handelingen die ernstige
verwondingen of de dood tot gevolg
kunnen hebben.
LET OP: Wat u moet doen om de
machine veilig te bedienen.
Deze machine is bedoeld om losliggend vuil op te
vegen. Gebruik de machine alleen volgens de
instructies in deze handleiding.
Hieronder wordt melding gemaakt van situaties
die gevaar kunnen opleveren voor degene die de
machine bedient, of voor de machine zelf:
WAARSCHUWING: De machine kan erg
veel lawaai maken. Het lawaai kan
gehoorsbeschadiging ten gevolge
hebben. Draag oorbeschermers.
WAARSCHUWING: Bewegende
ventilatorbladen. Houd afstand.
WAARSCHUWING: Scherpe onderdelen
op vuilfilterbus. Draag handschoenen.
WAARSCHUWING: Draaiende ventilator.
Zet de motor uit voordat u de
vuilfilterbus opent.
WAARSCHUWING: De motor stoot
giftige uitlaatgassen uit. Deze gassen
kunnen leiden tot ernstige
ademhalingsproblemen en de dood tot
gevolg hebben. Zorg voor voldoende
ventilatie. Informeer bij de betreffende
instelling naar de maximale waarde
waaraan u mag worden blootgesteld.
Zorg ervoor dat de motor altijd goed
afgesteld is.
LET OP:
1. Gebruik de machine alleen:
− Als u daartoe opgeleid en bevoegd
bent.
− Als u de handleiding gelezen en
begrepen hebt.
− Als u mentaal of fysiek niet in staat
bent om de gebruiksinstructies voor
de machine te volgen.
− In een omgeving die brandgevaarlijk is
of waar explosies kunnen ontstaan, als
de machine voor dergelijke
omstandigheden is ontworpen.
ATLVt 4300 330525 (1−2017)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
− Op plaatsen waar gevaar voor vallende
voorwerpen bestaat, als de machine is
voorzien van een overkapping.
2. Voordat u de machine start:
− Controleer of alle
veiligheidsvoorzieningen aanwezig
zijn en naar behoren functioneren.
− Controleer of de remmen en de
stuurinrichting naar behoren
functioneren.
3. Wanneer u de machine start:
− Houd uw voet op de rem en zorg dat
het rijpedaal in de vrijstand staat.
4. Wanneer u de machine gebruikt:
− Stop de machine met behulp van de
remmen.
− Rijd langzaam op hellingen en gladde
oppervlakken.
− Let goed op wanneer u achteruit rijdt.
− Laat geen mensen meerijden op de
machine.
− Neem altijd de
veiligheidsvoorschriften en de
verkeersregels in acht.
− Meld schade of mankementen aan de
machine altijd onmiddellijk.
5. Voordat u de machine achterlaat of
onderhoudt:
− Parkeer de machine op een vlakke
ondergrond.
− Zet de machine op de parkeerrem.
− Zet de machine uit en haal de sleutel
uit het contact.
6. Voordat u de vuilvergaarbak opent of
leegt:
− Parkeer de machine op een vlakke
ondergrond.
− Zet de machine op de parkeerrem.
− Zet het afzuigsysteem uit.
− Zet de machine uit en haal de sleutel
uit het contact.
7. Wanneer u de machine onderhoudt:
− Blijf uit de buurt van bewegende
delen. Draag geen loshangend jasje,
shirt of wijde mouwen.
− Blokkeer de wielen voordat u de
machine opkrikt.
− Krik de machine alleen omhoog op de
daarvoor bestemde plaatsen. Zet de
machine op steunen.
− Gebruik een krik of takel met
voldoende capaciteit om het gewicht
van de machine te dragen.
− Draag een veiligheidsbril en
oorbeschermers wanneer u met water
of lucht onder hoge druk werkt.
3