Pagina 1
ATLVt 4300 Nederlandes NL Bedieningshandleiding TennantTruet Parts and Supplies 330525 Rev. 07 (6- - 2004) *330525* www.tennantco.com Home Find... Go To..
Europe@tennantco.com www.tennantco.com Specificaties en onderdelen kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Originele instructies, Copyright E 1999, 2001, 2004 TENNANT Company, Gedrukt in Nederland. Alle rechten voorbehouden EG- - - - CONFORMITEIT VOOR MACHINES (Bijlage II, lid A) Wij verklaren, op eigen verantwoordelijkheid, dat de machineonderdelen: TENNANT N.V.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De volgende aanduidingen komt u vaak tegen in - - Op plaatsen waar gevaar voor vallende deze handleiding: voorwerpen bestaat, als de machine is voorzien van een overkapping. WAARSCHUWING: Om u te 2. Voordat u de machine start: waarschuwen voor gevaarlijke situaties - - Controleer of alle of onveilige handelingen die ernstige...
Pagina 6
- - Vervang versleten of beschadigde onderdelen alleen met onderdelen die door Tennant zijn geleverd of goedgekeurd. 8. Wanneer u de machine op een truck of oplegger laadt of uitlaadt: - - Gebruik een truck of oplegger die het gewicht van de machine kan dragen.
Pagina 7
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De volgende veiligheidslabels zijn op de hieronder aangegeven plaatsen op de machine aangebracht. Breng een nieuw label aan wanneer een van deze labels is beschadigd of onleesbaar is geworden. WAARSCHUWING SCHERPE ONDERDELEN WAARSCHUWING BEWEGENDE - - BEVINDT ZICH OP DE ACHTERSTE VENTILATOR - - BEVINDT ZICH OP DE FILTERBUS.
Wij adviseren u gebruik te maken van het onderhoudscontract dat uw Tennantdealer u aanbiedt. - Bestel alle onderdelen en benodigdheden bij uw erkende TENNANT dealer. Maak hierbij gebruik van de meegeleverde onderdelengids. - Het model ATLVt 4300 heeft een GVWR van 1180 kg.
BEDIENING ONDERDELEN VAN DE MACHINE Steunarm zuigslang Vacuümventilator Vuilvergaarbak Beschermingssysteem tegen kantelen Veiligheidsgordel Stoel van de bestuurder Motor Zuigkop (optioneel) Stelknop afzuiging (optioneel) Zuigslang Achteruitkijkspiegels Hendel handzuiger (optioneel) M. Stelknop steunarm voor zuigslang ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
BEDIENING SYMBOLEN OP HET BEDIENINGSPANEEL De volgende symbolen geven informatie over de bediening en displays van de machine: Starten Vacuümventilator snel / Toerental van motor Vacuümventilator Vacuümventilator gemiddeld / Toerental van motor Oliedruk motor Stationair toerental Koelwatertemperatuur Stroomonderbreker #1 Voltmeter Stroomonderbreker #2 Parkeerrem Stroomonderbreker #3...
BEDIENING BEDIENING STUUR Met het stuur bepaalt u de rijrichting van de machine. De machine reageert direct op iedere beweging van het stuur. Naar links: Draai het stuur naar links. Naar rechts: Draai het stuur naar rechts. KANTELHENDEL STUURKOLOM Met deze hendel stelt u de hoek van de stuurkolom in.
BEDIENING HENDEL RICHTINGAANWIJZER (OPTIONEEL) De hendel voor de richtingaanwijzer gebruikt u om de richtingaanwijzer aan te zetten wanneer u de machine wilt keren. Rechter richtingaanwijzer aan: Duw de hendel omhoog. Linker richtingaanwijzer aan: Duw de hendel helemaal naar beneden. Richtingaanwijzer uit: Zet de hendel in de middelste stand.
BEDIENING BRANDSTOFMETER De brandstofmeter geeft met behulp van tien LED’s aan hoeveel brandstof er nog in de tank zit. N.B.: Zorg dat de tank niet helemaal leeg raakt. In het brandstofsysteem kan dan lucht terecht komen. U zult dan eerst moeten ontluchten voordat u de motor opnieuw start.
BEDIENING INDICATIELAMPJE OLIEDRUK Dit indicatielampje gaat branden wanneer de oliedruk tot onder 40 kPa (5psi). Zodra dit lampje gaat branden dient u de machine uit te zetten. Probeer de oorzaak van het probleem te vinden en laat de machine repareren. INDICATIELAMPJE LAADSYSTEEM Dit indicatielampje gaat branden wanneer de dynamo niet binnen het normale bereik van 13,5...
BEDIENING INDICATIELAMPJE OMLOOP HYDRAULISCH FILTER Dit lampje gaat branden wanneer het hydraulische filter verstopt raakt. Wanneer dit lampje gaat branden, dient u het hydraulische filter en de hydraulische vloeistof zo snel mogelijk te vervangen. INDICATIELAMPJE PARKEERREM Dit lampje gaat branden wanneer de parkeerrem is ingeschakeld.
BEDIENING SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen aan en uit. Aan: Zet de schakelaar in de middelste stand. Uit: Zet de schakelaar in de middelste stand. SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING/ZWAAILICHT (OPTIONEEL) De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen, en ook het ronddraaiende zwaailicht aan en uit.
BEDIENING CLAXONKNOP Met de claxonknop bedient u de claxon. Geluid: Druk op de knop REGULATEURSHENDEL Met deze hendel regelt u het toerental van de motor en het vermogen van de vacuümventilator. Trek de hendel naar voren totdat u het gewenste toerental en vermogen van de vacuümventilator bereikt heeft.
BEDIENING ZEKERINGEN De zekering is een eenmalige veiligheidsvoorziening om de stroomtoevoer te stoppen wanneer een van de stroomcircuits overbelast raakt. Gebruik nooit een zekering met een waarde die hoger is dan voorgeschreven. De zekering bevindt zich achter het paneel van de stroomonderbrekers.
BEDIENING REMPEDALEN Met de rempedalen mindert u vaart en stopt u de machine. Met elk van de pedalen bedient u afzonderlijk de bijbehorende achterrem. Machine stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en laat de machine naar de vrijstand schakelen. Trap beide rempedalen in.
BEDIENING RIJPEDAAL Met het rijpedaal bepaalt u de snelheid en de rijrichting van de machine. Met de druk die u met uw voet uitoefent, bepaalt u de snelheid van de machine: hoe harder u op het pedaal drukt, des te sneller rijdt de machine.
BEDIENING STOEL VAN DE BESTUURDER De bestuurdersstoel is voorzien van een vaste rugleuning en kan verder naar voren of naar achteren worden ingesteld. Instellen: Duw de hendel naar voren, schuif de stoel naar achteren of naar voren in de gewenste positie en laat de hendel weer los.
BEDIENING HENDEL HANDZUIGER Met deze hendel kunt u het inlaatuiteinde van de zuigslang regelen. De handzuiger kunt u aan beide zijden van de machine bevestigen. De handzuigerhendel is instelbaar en op elke gewenste hoogte op de handzuiger te bevestigen. Hendel handzuiger instellen: Draai de schroeven aan beide zijden van de handzuigerhendel los, stel de hendel in op de gewenste hoogte en draai de schroeven vast.
BEDIENING STEUNARM ZUIGSLANG De steunarm van de zuigslang werkt op gascilinders die ervoor zorgen dat de zuigslang op elke gewenste instelhoogte boven de grond steun vindt. Hoogte van arm instellen: Draai de stelknop rechtsom of linksom om de gascilinders in te stellen en de slang tot de gewenste hoogte hoger of lager te zetten.
BEDIENING STELKNOP ZUIGKOP (OPTIONEEL) Met deze knop regelt u de hoogte waarop de vacuümkop in de omlaag--stand boven de grond dient te blijven staan. Hoogte boven de grond instellen: Laat de vacuümkop met de daarvoor bestemde schakelaar zo ver mogelijk zakken. Hogere instelling van de vacuümkop: Draai de knop linksom.
BEDIENING VEERSLOTEN De motorklep is vergrendeld met een veerslot. Openen: Druk op het verhoogde deel van het veerslot. Sluiten: Sluit de deur en druk op het platte deel van het veerslot. De vacuümzak van machines met een serienummer lager dan #001070 heeft een snelvergrendelingsband die vastzit met een vergrendeling en splitpen.
BEDIENING WERKING VAN DE MACHINE Met het stuur bepaalt u de rijrichting van de machine. Het rijpedaal regelt de snelheid en de voorwaartse/achterwaartse richting. Het rempedaal remt en stopt de machine. Met de machine zuigt u grof vuil op van diverse terreinen.
Pagina 29
BEDIENING - Controleer het oliepeil. - Controleer of u voldoende brandstof hebt. - Controleer of de remmen en de stuurinrichting naar behoren functioneren. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
Pagina 30
BEDIENING - Controleer het peil van het koelwater in het reservoir. - Controleer of het inlaatrooster van de radiateur vuil is en maak het rooster zo nodig schoon. - Controleer of de vacuümzak vuil bevat en maak deze zo nodig leeg. - Controleer de watertank voor de stofbestrijding en vul deze zo nodig bij.
Pagina 31
BEDIENING - Controleer of het rooster van de vacuümventilator vuil is en maak het zo nodig voorzichtig schoon met een veger. - Controleer de vuilvergaarbak en leeg deze als dat nodig is. - Controleer de zuigslang op beschadigingen, scheurtjes en aangekoekt vuil. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find...
Pagina 32
BEDIENING - Controleer of de steunarm van de zuigslang juist is afgesteld. - Controleer of de hendel van de zuigslang juist is afgesteld. - Controleer de afdichtflappen van de zuigkop op slijtage (optioneel). ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
BEDIENING MACHINE STARTEN 1. Controleer of de richtingshendel in de middelste (vrij) stand staat. 2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet uw voet op het rempedaal of schakel de parkeerrem in. 3. Doe uw veiligheidsgordel om. ATLVt 4300 330525 (2- -01) Home Find...
Pagina 34
BEDIENING 4. Zet de regulateurshendel terug in de vrijstand. 5. Draai de sleutel linksom. Het gloeipatroonlampje gaat branden. Houd de sleutel vast in deze stand totdat het lampje uit gaat. De motor is nu startklaar. 6. Draai de contactsleutel rechtsom. Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
Pagina 35
BEDIENING 8. Zuigkop (optioneel) Plaats de zuigslang op de opening van de zuigkop. 9. Trap de rempedalen stevig in om de parkeerrem vrij te zetten. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
Pagina 36
BEDIENING 10. Zuigkop (optioneel) Druk op de onderkant van de zuigkopschakelaar om de zuigkop omhoog te zetten. 11. Duw de regulateurshendel naar voren in de middelste bedieningsstand. 12. Trap op het rijpedaal en rijd de machine naar het schoon te maken oppervlak. ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find...
BEDIENING INFORMATIE OVER ZUIGEN EN SLANGEN Het model ATLVt 4300 heeft een GVWR van 1180 kg. Werk uitsluitend op oppervlakken die dit gewicht kunnen dragen. Laat niemand meerijden. LET OP: Laat geen mensen meerijden op de machine wanneer u deze gebruikt. Zuig geen brandend of smeulend vuil op.
Pagina 38
BEDIENING Blijf uit de buurt van grof vuil waardoor de zuigslang verstopt kan raken, zoals takken, draad of grof afval. Door grof vuil kan de zuigkop verstopt raken. Blijf steeds controleren of er grove stukken afval in de zuigslang verdwijnen. Heeft u dit nagelaten, verwijder dan de slang en controleer of er verstoppingen zijn.
BEDIENING WERKEN OP EEN HELLING Het maximale hellingspercentage voor de machine is 12_ / 21%. Zet de vacuümventilator uit als u een steile helling oprijdt. Hellingen spelen een belangrijke rol bij ongelukken die te wijten zijn aan controleverlies en over de kop slaan van de machine.
BEDIENING OVER (STOEP)RANDEN HEEN WERKEN De ATLVt kan over (stoep)randen van maximaal 178 mm heen rijden. Rijd nooit in volle vaart over obstakels op de weg. Zet de vacuümventilator uit en de zuigkop omhoog voordat u over een rand of obstakel heen rijdt. Nader de rand altijd met een langzame snelheid van het voorwiel.
BEDIENING ZUIGEN 1. Start de machine. Raadpleeg het onderdeel over de SCHAKELAAR VOOR DE PARKEERREM in deze handleiding. WAARSCHUWING: De motor stoot giftige uitlaatgassen uit. Deze gassen kunnen leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en de dood tot gevolg hebben. Zorg voor voldoende ventilatie.
Pagina 42
BEDIENING 4. Zet de zuigkop omlaag in de gewenste hoogte en stel de stopstand in. 5. Rijd de machine naar de plaats die moet worden schoongemaakt. 6. Zet de schakelaar van de vacuümventilator aan. WAARSCHUWING: De machine kan erg veel lawaai maken. Informeer bij de betreffende instelling naar de maximale waarde waaraan u mag worden blootgesteld.
Pagina 43
BEDIENING 9. Trap het rijpedaal in en begin met zuigen. 10.Verwijder zo nodig de zuigslang van de zuigkop om vuil op te zuigen. Duw de hendel van de handzuiger naar voren en omhoog en til dan de zuigslang van de zuigkop af. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find...
BEDIENING STOPPEN MET ZUIGEN 1. Zet de vacuümventilator uit door het onderste deel van de schakelaar van de vacuümventilator in te drukken. 2. Zuigkop (optioneel) Druk op het onderste deel van de zuigkopschakelaar om de zuigkop omhoog te zetten. 3. Natte stofbestrijding (optioneel): Druk de schakelaar van de stofbestrijding naar achteren om de natte stofbestrijding uit te schakelen.
Pagina 45
BEDIENING 5. Rijd de machine naar de plaats die bestemd is voor het legen van de vuilvergaarbak. Schakel de parkeerremmen in en zet de motor uit. LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en neem het sleuteltje uit het contact.
BEDIENING MACHINE STOPPEN 1. Stop met zuigen. Lees het onderdeel over STOPPEN MET ZUIGEN in deze handleiding. 2. Neem uw voet van het rijpedaal. Trap nu op het rempedaal. 3. Zet de regulateurshendel terug in de vrijstand. 4. Schakel de parkeerremmen in. ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find...
BEDIENING 5. Draai de contactsleutel linksom om de motor uit te zetten. Neem de sleutel uit het contactslot. LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en neem het sleuteltje uit het contact.
BEDIENING DE VACUÜMZAK LEEGMAKEN (machines met een serienummer lager dan 001070) 1. De vacuümzak bevindt zich aan de achterzijde van de vuilvergaarbak. De zak vangt fijn stof op dat uit de uitlaatopening van de ventilator komt. Controleer of de machine is uitgeschakeld en op een vlakke ondergrond staat voordat u de vacuümzak leegmaakt.
Pagina 49
BEDIENING 5. Verwijder de vacuümzak. WAARSCHUWING: Draaiende ventilator. Zet de motor uit voordat u de vuilfilterbus opent. 6. Ontgrendel het deksel van de vergaarbak. Maak de vacuümzaak leeg in de vergaarbak. Sluit het deksel van de vuilvergaarbak. 7. Bevestig de vacuümzak om de vergaarbak. N.B.: Controleer of de vacuümzak correct is geplaatst over de vier nokken bij de uitlaatopening van de ventilator voordat u deze vastmaakt met...
BEDIENING DE VACUÜMZAK LEEGMAKEN (machines met een serienummer 001070 en hoger) 1. Schakel de parkeerrem in. LET OP: Voordat u de machine achterlaat of er onderhoud aan pleegt: schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en haal de sleutel uit het contactslot. LET OP: Leeg.
BEDIENING VUILVERGAARBAK LEGEN 1. Rijd de machine langzaam naar de stortplaats of afvalcontainer. Stop de machine. Lees het onderdeel over DE MACHINE STOPPEN in deze handleiding. Controleer of de machine op een vlakke ondergrond staat alvorens de vuilvergaarbak te legen. LET OP: Leeg, tijdens gebruik van de machine, de vuilvergaarbak uitsluitend op een vlakke ondergrond.
Pagina 52
BEDIENING 5. Laat de vuilvergaarbak zakken totdat deze steunt op de kantelbeugel van de vergaarbak in de stand waarin u de zak kunt afbinden. Verwijder de voering van de vuilvergaarbakzak. N.B.: De voering van de vuilvergaarbakzak past maar op één manier in de vergaarbak. Let bij het verwijderen erop in welke richting u de voering verwijdert.
Pagina 53
BEDIENING 9. Vouw het restant van de zak over de randen van de vuilvergaarbak. 10. Controleer dagelijks of het ventilatorrooster vuil is. Maak het rooster zo nodig voorzichtig schoon met een harde veger of borstel. 11. Sluit de vuilvergaarbak en maak de vergrendelingen vast.
BEDIENING OPTIES KANTELBEVEILIGINGSSYSTEEM EN WEERSCHERM (OPTIONEEL) Het kantelbeveiligingssysteem en het weerscherm bieden u meer veiligheid tijdens het werk en bescherming tegen weersomstandigheden. Met het kantelbeveiligingssysteem en het weerscherm beschikt u over een in twee snelheden instelbare windschermwisser op de voorruit. De bedieningsknop voor de windschermwisser bevindt zich in het bestuurderscompartiment.
BEDIENING NATTE STOFBESTRIJDING (OPTIONEEL) De optionele natte stofbestrijding verwijdert klein vuil en stofdeeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. DE WATERTANK VULLEN: Rijd de machine naar een plaats waar u de tank met een waterslang kunt vullen. Zet de machine uit en schakel de parkeerrem in.
BEDIENING ZUIGKOP (OPTIES) Met de optionele zuigkop kunt u vuil opzuigen zonder dat u de zuigslang hoeft te bedienen. De zuigslang bevestigt u eenvoudig op de zuigkop. De zuigkop heeft een neerwaartse stopstand die u zelf kunt instellen. Na omhoog zetten van de kop om grof vuil op te zuigen of om over een stoeprand heen te rijden, kunt de zuigkop weer terugzetten in de normale bedieningsstand.
BEDIENING STOFFILTERZAK (OPTIONEEL) De optionele stoffilterzak filtert meer stof en fijne deeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. De stoffilterzak is eenvoudig aan de vuilvergaarbak te bevestigen op de plaats van de standaard filterzak. DE STOFFILTERZAK LEEGMAKEN: 1.
Pagina 58
BEDIENING 4. Open de ritssluiting van de vacuümzak en maak de vacuümzak leeg. 5. Maak de ritssluiting van de vacuümzak dicht en plaats de vacuümzak terug in de stoffilterzak. 6. Maak de stoffilterzak leeg. 7. Maak de ritssluiting van de stoffilterzak dicht. 8.
BEDIENING HANDZUIGER VERLENGSTUK 4,5 m (OPTIONEEL) Met het handzuiger verlengstuk van 4,5 m kunt u ook op nauwe plaatsen schoonmaken waar u met de zuigslang van de machine wellicht moeilijk bij het vuil kunt komen. BEDIENING ZUIGINSTALLATIE MET 4,5 M VERLENGSTUK: 1.
Pagina 60
BEDIENING 3. Open de balansklep van de zuigslang om de zuigkracht naar de zuigslang te sturen. 4. Haal de zuiginstallatie van de bevestigingswand en begin te zuigen. 5. Wanneer de zuiginstallatie meer zuigkracht nodig heeft kunt u de schuifklep van de hoofdzuigslang sluiten.
BEDIENING AANZETSTUK VOOR HEKKEN (OPTIES) Het aanzetstuk voor hekken maakt een hoek van 90_ waardoor u de straal van de zuigslang kunt richten op vastzittend vuil langs hekken of hagen. FENCE LINE AANZETSTUK BEVESTIGEN: 1. Verwijder het elleboogstuk van de elleboogbevestigingsbeugel van de fence line.
Pagina 62
BEDIENING 4. Verwijder de slipring en het koppelstuk van het slanguiteinde. Bevestig het slanguiteinde op de fence line elleboogbevestigingsbeugel wanneer niet in gebruik. 5. Bevestig de slipring en het koppelstuk over het fence elleboog aanzetstuk. 6. Maak de zuigslang vast aan het elleboogstuk met de fence elleboogsplitring en bevestigingsklem bevestigingsklem.
BEDIENING FILTERPANEELKIT (OPTIONEEL) De optionele filterpaneelkit verwijdert klein vuil en stofdeeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. Voor een optimale prestatie en looptijd tussen filterreinigingen kunt u de hoofdzuigslag gebruiken voor het opzuigen van vuil in zeer stoffige omgevingen.
Pagina 64
BEDIENING 3. Open de vergrendeling van het ventilatiepaneel door de achterkant van de grendel los te trekken van de filterbehuizing, en vervolgens de voorkant van de grendel los te haken van de borging. 4. Verwijder het stofpaneelfilter. 5. Open de ritssluiting van de vacuümzak en maak de zak leeg via de omloopdeur aan de onderkant van filterpaneelbehuizing.
BEDIENING FILTERPANEEL REINIGEN: Het filterpaneel is gemaakt van synthetisch materiaal dat met water kan worden schoongespoeld. N.B.: Gebruik geen hogedrukspuit aangezien deze de filter kan scheuren of anderszins kan beschadigen. Het filterpaneel reinigen zonder het uit de machine te halen: 1.
Controleer of er iets in de vuilvergaarbak gaat aan vuilvergaarbak brandt Solenoïde klep werkt niet Neem contact op met de technische dienst van TENNANT Vacuümventilator gaat niet aan Zet vacuümventilator aan Vacuümventilator is defect Neem contact op met de technische dienst van TENNANT...
Pagina 67
BEDIENING Overdadige stofverspreiding Stofzak (optioneel) staat open Sluit de stofzak Deur van het paneelfilter Sluit de deur van het paneelfilter (optioneel) staat open Natte stofbestrijding (optioneel) Schakel de natte stofbestrijding in werkt niet De watertank van de natte Vul de watertank van de stofbes- stofbestrijding (optioneel) is leeg trijding Sproeistuk van de natte...
ONDERHOUD ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA N.B.: Controleer de procedures die zijn aangeduid met (H) ook na vijftig bedrijfsuren. Olie/ Aantal Frequentie Omschrijving Procedure Vloeistof plaatsen Dagelijks Luchtfilter van de motor Controleer indicatielampje Stofkapje van de motor Legen Carter van de motor Controleer het oliepeil Radiateur Controleer en reinig het inlaatrooster...
Pagina 69
ONDERHOUD Olie/ Aantal Frequentie Omschrijving Procedure Vloeistof plaatsen Dagelijks Vacuümzak Controleren op vuil en schoonmaken Rooster vacüumventilator Controleren op vuil en schoonmaken Stoffilterzak (optioneel) Controleren op vuil en schoonmaken Stofpaneelfilter (optioneel) Controleren op vuil en schoonmaken Sproeistuk van de natte Controleren op vuil en bijstellen stofbestrijding (optioneel) 50 uur...
Pagina 70
OLIE/VLOEISTOF ..Motorolie, kwaliteitsaanduiding 10W--30--CD/SE HYDO Hydraulische vloeistof van Tennant, of van ander goedgekeurd merk . . . Speciale smeerolie, Lubriplate EMB smeervet (TENNANT artikel nummer 01433--1) . . . Water met permanent antivries (ethyleenglycol), --34_ C .
De kruiskoppeling van de stuurinrichting heeft twee smeernippels. Smeer de nippels telkens na tweehonderd bedrijfsuren met Lubriplate EMB smeervet (Tennant artikelnummer 01433--1). B. SCHARNIERPUNTEN VAN DE WIELEN Op de scharnierpunten van de wielen bevinden zich twee smeernippels. Smeer de nippels telkens na tweehonderd bedrijfsuren met Lubriplate EMB smeervet (Tennant artikelnummer 01433--1).
ONDERHOUD HYDRAULICA HYDRAULISCHE VLOEISTOFRESERVOIR Het reservoir bevindt zich aan de rechterzijde van de machine naast de motor. Bovenop het reservoir zit een vuldop. Het reservoir beschikt over een ingebouwde ontluchter en een peilstok om het vloeistofpeil te meten. Vervang de dop telkens na achthonderd bedrijfsuren.
Als u een andere hydraulische vloeistof gebruikt, dient deze dezelfde specificaties te hebben als de hydraulische vloeistof van Tennant. Als u een andere vloeistof gebruikt, kunnen de hydraulische onderdelen voortijdig stuk gaan. LET OP! De hydraulische onderdelen worden van binnen gesmeerd via de hydraulische vloeistof van het systeem.
ONDERHOUD HYDRAULISCHE SLANGEN Controleer telkens na achthonderd bedrijfsuren of de hydraulische slangen versleten of beschadigd zijn. Vloeistof die onder grote druk uit een heel klein gaatje ontsnapt, is vaak nagenoeg onzichtbaar maar kan tot zware verwondingen leiden. Raadpleeg direct een arts als u door een straal hydraulische vloeistof gewond bent geraakt.
ONDERHOUD MOTOR KOELSYSTEEM Controleer elke dag het koelvloeistofpeil van de radiateur in het reservoir. Vul het reservoir bij met schoon water, waarin permanent antivries (ethyleenglycol) dat tegen vorst tot --34_ C beschermt is opgelost. Voeg koelvloeistof toe aan het reservoir. LET OP: Vermijd contact met heet koelwater wanneer u onderhoud pleegt aan de machine.
ONDERHOUD INDICATIELAMPJE LUCHTFILTER Het indicatielampje van het luchtfilter geeft aan wanneer het filterelement vervangen moet worden. Controleer dit lampje elke dag. De rode lijn van het indicatielampje schuift op naarmate het luchtfilterelement vuiler wordt. Vervang het luchtfilterelement pas wanneer de rode lijn als waarde 5kPa (20 bij H2O) aangeeft en het afleesvenster “SERVICE WHEN RED”...
ONDERHOUD BRANDSTOFFILTER Het brandstoffilter houdt verontreinigingen in de brandstof tegen. Het filter bevindt zich aan de achterzijde van het motorcompartiment. Vervang het filterelement telkens na tweehonderd bedrijfsuren. LET OP: Als u de machine onderhoudt, dient u vonken en open vuur bij het brandstofsysteem vandaan te houden.
ONDERHOUD WISSERBLADEN (OPTIONEEL) Controleer telkens na tweehonderd bedrijfsuren de wisserbladen van het windscherm. Vervang de wissers zo nodig. ACCU De accu bevindt zich onder de bestuurdersstoel en is te bereiken door de zitplaats op te tillen. Reinig de poolklemmen en draai deze vast na de eerste vijftig bedrijfsuren en vervolgens na elke tweehonderd bedrijfsuren.
ONDERHOUD RIEMEN MOTORRIEM De motorriem wordt aangedreven door de krukaspoelie; deze riem drijft de alternator aan. De riem heeft de juiste spanning als deze 10 mm uitwijkt wanneer er een kracht van 4 tot 5 kg op het middelste punt van de langste spanwijdte wordt uitgeoefend.
ONDERHOUD AFDICHTFLAPPEN EN AFDICHTINGEN AFDICHTINGEN VAN DE KLEPPEN De afdichtingen bevinden zich langs de randen van het motorcompartiment en de motorkleppen. Controleer na elke tweehonderd bedrijfsuren of de afdichtingen versleten of beschadigd zijn. AFDICHTFLAPPEN ZUIGKOP (OPTIONEEL) De afdichtflappen bevinden zich onderaan de zuigkop.
ONDERHOUD REMMEN EN BANDEN BEDRIJFSREMMEN De door een kabel aangedreven bedrijfsremmen bevinden zich op beide achterwielen. De kabels kunnen aan de voorzijde of aan het achterwiel worden afgesteld. Controleer de afstelling van de remmen telkens na tweehonderd bedrijfsuren. PARKEERREM Met de parkeerrempedalen schakelt u de parkeerremmen in.
Pagina 82
ONDERHOUD De juiste spanning in de achterste aandrijfband (optioneel) is 48 kpa. VOORWIEL Draai de moeren van de voorwielen na elke 100 uur gebruik tweemaal stergewijs aan tot een moment van 126--154 Nm. ACHTERWIEL Draai de moeren van de achterwielen na elke 100 uur gebruik tweemaal stergewijs aan tot een moment van 126--154 Nm.
Pagina 83
ONDERHOUD AFZUIGSYSTEEM VACUÜMZAK De vacuümzak bevindt zich aan de achterzijde van de vuilvergaarbak. Controleer dagelijks of de vacuümzak vuil bevat of beschadigd is. STOFPANEELFILTER (OPTIONEEL) Het stofpaneelfilter bevindt zich achter het ventilatiepaneel, op de behuizing van het stoffilterpaneel. Controleer het stoffilter steeds wanneer u de vacuümzak leegmaakt.
ONDERHOUD HANDZUIGER VERLENGSTUK 4,5 m (OPTIONEEL) Controleer dagelijks of de handzuiger verstopt of beschadigd is. Verwijder de stop uit de balansklep en controleer dagelijks op verstopping en beschadiging. ZUIGSLANG EN STEUNARM Controleer dagelijks of de zuigslang verstopt of beschadigd is. Controleer of de gascilinders van de steunarm voldoende ondersteuning bieden.
ONDERHOUD GASVEERSTEUNEN CONTROLEREN OP JUISTE VERLENGSTUK: 1. Draai de slangsteunstelknop naar links tot de arm in de hoogste stand staat. 2. Laat het eind van de slang naar beneden hangen en laat hem ongehinderd omhoogkomen. Het uiteinde van de slang moet op een afstand van 102 mm tot 153 mm van de grond tot stilstand komen.
ONDERHOUD NATTE STOFBESTRIJDING (OPTIONEEL) SPROEISTUK Controleer dagelijks of het sproeistuk niet vuil is of bijgesteld moet worden. Reinig de behuizing van de vacuümventilator dagelijks met een tuinslang om het sproeistuk van de vuilfilterbus schoon te houden. LET OP: Draag een veiligheidsbril en oorbeschermers wanneer u met water of lucht onder hoge druk werkt.
ONDERHOUD 4. Gebruik een stukje ijzerdraad om eventuele verstoppingen uit het sproeistuk te verwijderen. 5. Plaats het filterrooster terug en zet het sproeistuk weer in elkaar. Druk de sproeikop terug op zijn plaats en draai deze een kwartslag rechtsom. De sproeikop zit nu vast.
Pagina 88
ONDERHOUD 2. Draai de plastic sproeikop een kwartslag linksom en trek deze recht naar buiten. 3. Verwijder het filterrooster. 4. Zet de machine aan. Druk de schakelaar van de stofbestrijding naar voren om de natte stofbestrijding in te schakelen. 5. Laat de pomp werken totdat al het water uit de watertank afgetapt is.
ONDERHOUD MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN Indien de machine gebreken vertoont, kan de machine vanaf de voorkant of vanaf de achterkant geduwd worden. Slepen kan alleen vanaf de voorzijde gebeuren. De aandrijfpomp is voorzien van een omloopklep om beschadiging van het hydraulische systeem te voorkomen wanneer de machine wordt gesleept.
ONDERHOUD DE MACHINE VERVOEREN 1. Plaats de achterkant van de machine op de laadrand van de truck of oplegger. LET OP: Gebruik een truck of oplegger die het gewicht van de machine kan dragen N.B.: Zorg er voor dat de hopper leeg is, voordat u de machine transporteert.
Pagina 91
ONDERHOUD 6. Schakel de parkeerrem in en blokkeer de wielen. Zet de machine vast op de truck of oplegger vóórdat u hem gaat vervoeren. Indien de machine niet beschikt over de optionele bevestigingsbeugel, zet u de voorzijde vast met een bevestigingsband over de vloer van de machine.
Wanneer u de machine voor langere tijd wilt stallen, moet de machine worden behandeld om roestvorming, klontering van de olie en de vorming van andere schadelijke afzettingen te voorkomen. Neem contact op met de technische dienst van TENNANT. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN/CAPACITEIT VAN DE MACHINE Gegevens Afmetingen/capaciteit Lengte 2590 mm Breedte 168 mm Hoogte 2113 mm Spoorbreedte 965 mm Wielbasis 1320 mm Gewichtcapaciteit van de vuilvergaarbak 68 kg Volumecapaciteit van de vuilvergaarbak 416 l Capaciteit watertank natte stofbestrijding 30 l (optioneel) GVWR...
Handmatig cilinder, stuurstang HYDRAULISCH SYSTEEM Systeem Capaciteit Hydraulische vloeistof type Hydraulisch 19 l TENNANT art.nr. 65869 -- boven 7_ C reservoir TENNANT art.nr. 65870 -- onder 7_ C TENNANT art.nr. 65870 onder 7 C Hydraulisch totaal 21 l REMINRICHTING Type...