Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Tennant ATLV 4300 Bedieningshandleiding
Verberg thumbnails Zie ook voor ATLV 4300:
Inhoudsopgave

Advertenties

ATLVt 4300
Nederlandes NL
Bedieningshandleiding
TennantTruet Parts and Supplies
330525
Rev. 07 (6- - 2004)
*330525*
www.tennantco.com
Home
Find... Go To..

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Tennant ATLV 4300

  • Pagina 1 ATLVt 4300 Nederlandes NL Bedieningshandleiding TennantTruet Parts and Supplies 330525 Rev. 07 (6- - 2004) *330525* www.tennantco.com Home Find... Go To..
  • Pagina 2: Bescherm Het Milieu

    Europe@tennantco.com www.tennantco.com Specificaties en onderdelen kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd. Originele instructies, Copyright E 1999, 2001, 2004 TENNANT Company, Gedrukt in Nederland. Alle rechten voorbehouden EG- - - - CONFORMITEIT VOOR MACHINES (Bijlage II, lid A) Wij verklaren, op eigen verantwoordelijkheid, dat de machineonderdelen: TENNANT N.V.
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE Pagina Pagina INHOUDSOPGAVE ......WERKEN OP EEN HELLING ... VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN .
  • Pagina 4 INHOUDSOPGAVE Pagina AFDICHTFLAPPEN ZUIGKOP (OPTIONEEL) ....REMMEN EN BANDEN ....BEDRIJFSREMMEN .
  • Pagina 5: Veiligheidsvoorschriften

    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De volgende aanduidingen komt u vaak tegen in - - Op plaatsen waar gevaar voor vallende deze handleiding: voorwerpen bestaat, als de machine is voorzien van een overkapping. WAARSCHUWING: Om u te 2. Voordat u de machine start: waarschuwen voor gevaarlijke situaties - - Controleer of alle of onveilige handelingen die ernstige...
  • Pagina 6 - - Vervang versleten of beschadigde onderdelen alleen met onderdelen die door Tennant zijn geleverd of goedgekeurd. 8. Wanneer u de machine op een truck of oplegger laadt of uitlaadt: - - Gebruik een truck of oplegger die het gewicht van de machine kan dragen.
  • Pagina 7 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN De volgende veiligheidslabels zijn op de hieronder aangegeven plaatsen op de machine aangebracht. Breng een nieuw label aan wanneer een van deze labels is beschadigd of onleesbaar is geworden. WAARSCHUWING SCHERPE ONDERDELEN WAARSCHUWING BEWEGENDE - - BEVINDT ZICH OP DE ACHTERSTE VENTILATOR - - BEVINDT ZICH OP DE FILTERBUS.
  • Pagina 8: Bediening

    Wij adviseren u gebruik te maken van het onderhoudscontract dat uw Tennantdealer u aanbiedt. - Bestel alle onderdelen en benodigdheden bij uw erkende TENNANT dealer. Maak hierbij gebruik van de meegeleverde onderdelengids. - Het model ATLVt 4300 heeft een GVWR van 1180 kg.
  • Pagina 9: Onderdelen Van De Machine

    BEDIENING ONDERDELEN VAN DE MACHINE Steunarm zuigslang Vacuümventilator Vuilvergaarbak Beschermingssysteem tegen kantelen Veiligheidsgordel Stoel van de bestuurder Motor Zuigkop (optioneel) Stelknop afzuiging (optioneel) Zuigslang Achteruitkijkspiegels Hendel handzuiger (optioneel) M. Stelknop steunarm voor zuigslang ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
  • Pagina 10: Symbolen Op Het Bedieningspaneel

    BEDIENING SYMBOLEN OP HET BEDIENINGSPANEEL De volgende symbolen geven informatie over de bediening en displays van de machine: Starten Vacuümventilator snel / Toerental van motor Vacuümventilator Vacuümventilator gemiddeld / Toerental van motor Oliedruk motor Stationair toerental Koelwatertemperatuur Stroomonderbreker #1 Voltmeter Stroomonderbreker #2 Parkeerrem Stroomonderbreker #3...
  • Pagina 11: Bedieningselementen

    BEDIENING BEDIENINGSELEMENTEN Stuur Kantelhendel stuurkolom Contactslot Schakelaar richtingaanwijzer (optioneel) AAN/UIT- -schakelaar afzuiging Schakelaar zuigkop (optioneel) Brandstofmeter Urenteller Indicatielampje koelwatertemperatuur Indicatielampje oliedruk motor Indicatielampje laadsysteem Waarschuwingslampje Thermo Sentryt (optioneel) M. Vrij (geen aflezing) Indicatielampje omloop hydraulisch filter Indicatielampje parkeerrem Indicatielampje gloeipatronen ATLVt 4300 330525 (2- -01) Home Find...
  • Pagina 12 BEDIENING Claxonknop Regulateurshendel Schakelaar werklichten (optioneel) Schakelaar machineverlichting/zwaailicht (optioneel) Schakelaar machineverlichting Schakelaar voor natte stofbestrijding (optioneel) Stroomonderbrekerpaneel Rijpedaal Rempedaal Parkeerrempedaal Knop windschermwisser (optioneel) ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find... Go To..
  • Pagina 13: Bediening

    BEDIENING BEDIENING STUUR Met het stuur bepaalt u de rijrichting van de machine. De machine reageert direct op iedere beweging van het stuur. Naar links: Draai het stuur naar links. Naar rechts: Draai het stuur naar rechts. KANTELHENDEL STUURKOLOM Met deze hendel stelt u de hoek van de stuurkolom in.
  • Pagina 14: Hendel Richtingaanwijzer (Optioneel)

    BEDIENING HENDEL RICHTINGAANWIJZER (OPTIONEEL) De hendel voor de richtingaanwijzer gebruikt u om de richtingaanwijzer aan te zetten wanneer u de machine wilt keren. Rechter richtingaanwijzer aan: Duw de hendel omhoog. Linker richtingaanwijzer aan: Duw de hendel helemaal naar beneden. Richtingaanwijzer uit: Zet de hendel in de middelste stand.
  • Pagina 15: Brandstofmeter

    BEDIENING BRANDSTOFMETER De brandstofmeter geeft met behulp van tien LED’s aan hoeveel brandstof er nog in de tank zit. N.B.: Zorg dat de tank niet helemaal leeg raakt. In het brandstofsysteem kan dan lucht terecht komen. U zult dan eerst moeten ontluchten voordat u de motor opnieuw start.
  • Pagina 16: Indicatielampje Oliedruk

    BEDIENING INDICATIELAMPJE OLIEDRUK Dit indicatielampje gaat branden wanneer de oliedruk tot onder 40 kPa (5psi). Zodra dit lampje gaat branden dient u de machine uit te zetten. Probeer de oorzaak van het probleem te vinden en laat de machine repareren. INDICATIELAMPJE LAADSYSTEEM Dit indicatielampje gaat branden wanneer de dynamo niet binnen het normale bereik van 13,5...
  • Pagina 17: Indicatielampje Omloop Hydraulisch Filter

    BEDIENING INDICATIELAMPJE OMLOOP HYDRAULISCH FILTER Dit lampje gaat branden wanneer het hydraulische filter verstopt raakt. Wanneer dit lampje gaat branden, dient u het hydraulische filter en de hydraulische vloeistof zo snel mogelijk te vervangen. INDICATIELAMPJE PARKEERREM Dit lampje gaat branden wanneer de parkeerrem is ingeschakeld.
  • Pagina 18: Schakelaar Machineverlichting

    BEDIENING SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen aan en uit. Aan: Zet de schakelaar in de middelste stand. Uit: Zet de schakelaar in de middelste stand. SCHAKELAAR MACHINEVERLICHTING/ZWAAILICHT (OPTIONEEL) De schakelaar voor de machineverlichting schakelt de koplampen en achterlampen, en ook het ronddraaiende zwaailicht aan en uit.
  • Pagina 19: Claxonknop

    BEDIENING CLAXONKNOP Met de claxonknop bedient u de claxon. Geluid: Druk op de knop REGULATEURSHENDEL Met deze hendel regelt u het toerental van de motor en het vermogen van de vacuümventilator. Trek de hendel naar voren totdat u het gewenste toerental en vermogen van de vacuümventilator bereikt heeft.
  • Pagina 20: Zekeringen

    BEDIENING ZEKERINGEN De zekering is een eenmalige veiligheidsvoorziening om de stroomtoevoer te stoppen wanneer een van de stroomcircuits overbelast raakt. Gebruik nooit een zekering met een waarde die hoger is dan voorgeschreven. De zekering bevindt zich achter het paneel van de stroomonderbrekers.
  • Pagina 21: Rempedalen

    BEDIENING REMPEDALEN Met de rempedalen mindert u vaart en stopt u de machine. Met elk van de pedalen bedient u afzonderlijk de bijbehorende achterrem. Machine stoppen: Haal uw voet van het rijpedaal en laat de machine naar de vrijstand schakelen. Trap beide rempedalen in.
  • Pagina 22: Rijpedaal

    BEDIENING RIJPEDAAL Met het rijpedaal bepaalt u de snelheid en de rijrichting van de machine. Met de druk die u met uw voet uitoefent, bepaalt u de snelheid van de machine: hoe harder u op het pedaal drukt, des te sneller rijdt de machine.
  • Pagina 23: Stoel Van De Bestuurder

    BEDIENING STOEL VAN DE BESTUURDER De bestuurdersstoel is voorzien van een vaste rugleuning en kan verder naar voren of naar achteren worden ingesteld. Instellen: Duw de hendel naar voren, schuif de stoel naar achteren of naar voren in de gewenste positie en laat de hendel weer los.
  • Pagina 24: Hendel Handzuiger

    BEDIENING HENDEL HANDZUIGER Met deze hendel kunt u het inlaatuiteinde van de zuigslang regelen. De handzuiger kunt u aan beide zijden van de machine bevestigen. De handzuigerhendel is instelbaar en op elke gewenste hoogte op de handzuiger te bevestigen. Hendel handzuiger instellen: Draai de schroeven aan beide zijden van de handzuigerhendel los, stel de hendel in op de gewenste hoogte en draai de schroeven vast.
  • Pagina 25: Steunarm Zuigslang

    BEDIENING STEUNARM ZUIGSLANG De steunarm van de zuigslang werkt op gascilinders die ervoor zorgen dat de zuigslang op elke gewenste instelhoogte boven de grond steun vindt. Hoogte van arm instellen: Draai de stelknop rechtsom of linksom om de gascilinders in te stellen en de slang tot de gewenste hoogte hoger of lager te zetten.
  • Pagina 26: Stelknop Zuigkop (Optioneel)

    BEDIENING STELKNOP ZUIGKOP (OPTIONEEL) Met deze knop regelt u de hoogte waarop de vacuümkop in de omlaag--stand boven de grond dient te blijven staan. Hoogte boven de grond instellen: Laat de vacuümkop met de daarvoor bestemde schakelaar zo ver mogelijk zakken. Hogere instelling van de vacuümkop: Draai de knop linksom.
  • Pagina 27: Veersloten

    BEDIENING VEERSLOTEN De motorklep is vergrendeld met een veerslot. Openen: Druk op het verhoogde deel van het veerslot. Sluiten: Sluit de deur en druk op het platte deel van het veerslot. De vacuümzak van machines met een serienummer lager dan #001070 heeft een snelvergrendelingsband die vastzit met een vergrendeling en splitpen.
  • Pagina 28: Werking Van De Machine

    BEDIENING WERKING VAN DE MACHINE Met het stuur bepaalt u de rijrichting van de machine. Het rijpedaal regelt de snelheid en de voorwaartse/achterwaartse richting. Het rempedaal remt en stopt de machine. Met de machine zuigt u grof vuil op van diverse terreinen.
  • Pagina 29 BEDIENING - Controleer het oliepeil. - Controleer of u voldoende brandstof hebt. - Controleer of de remmen en de stuurinrichting naar behoren functioneren. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
  • Pagina 30 BEDIENING - Controleer het peil van het koelwater in het reservoir. - Controleer of het inlaatrooster van de radiateur vuil is en maak het rooster zo nodig schoon. - Controleer of de vacuümzak vuil bevat en maak deze zo nodig leeg. - Controleer de watertank voor de stofbestrijding en vul deze zo nodig bij.
  • Pagina 31 BEDIENING - Controleer of het rooster van de vacuümventilator vuil is en maak het zo nodig voorzichtig schoon met een veger. - Controleer de vuilvergaarbak en leeg deze als dat nodig is. - Controleer de zuigslang op beschadigingen, scheurtjes en aangekoekt vuil. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find...
  • Pagina 32 BEDIENING - Controleer of de steunarm van de zuigslang juist is afgesteld. - Controleer of de hendel van de zuigslang juist is afgesteld. - Controleer de afdichtflappen van de zuigkop op slijtage (optioneel). ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
  • Pagina 33: Machine Starten

    BEDIENING MACHINE STARTEN 1. Controleer of de richtingshendel in de middelste (vrij) stand staat. 2. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet uw voet op het rempedaal of schakel de parkeerrem in. 3. Doe uw veiligheidsgordel om. ATLVt 4300 330525 (2- -01) Home Find...
  • Pagina 34 BEDIENING 4. Zet de regulateurshendel terug in de vrijstand. 5. Draai de sleutel linksom. Het gloeipatroonlampje gaat branden. Houd de sleutel vast in deze stand totdat het lampje uit gaat. De motor is nu startklaar. 6. Draai de contactsleutel rechtsom. Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat.
  • Pagina 35 BEDIENING 8. Zuigkop (optioneel) Plaats de zuigslang op de opening van de zuigkop. 9. Trap de rempedalen stevig in om de parkeerrem vrij te zetten. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
  • Pagina 36 BEDIENING 10. Zuigkop (optioneel) Druk op de onderkant van de zuigkopschakelaar om de zuigkop omhoog te zetten. 11. Duw de regulateurshendel naar voren in de middelste bedieningsstand. 12. Trap op het rijpedaal en rijd de machine naar het schoon te maken oppervlak. ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find...
  • Pagina 37: Informatie Over Zuigen En Slangen

    BEDIENING INFORMATIE OVER ZUIGEN EN SLANGEN Het model ATLVt 4300 heeft een GVWR van 1180 kg. Werk uitsluitend op oppervlakken die dit gewicht kunnen dragen. Laat niemand meerijden. LET OP: Laat geen mensen meerijden op de machine wanneer u deze gebruikt. Zuig geen brandend of smeulend vuil op.
  • Pagina 38 BEDIENING Blijf uit de buurt van grof vuil waardoor de zuigslang verstopt kan raken, zoals takken, draad of grof afval. Door grof vuil kan de zuigkop verstopt raken. Blijf steeds controleren of er grove stukken afval in de zuigslang verdwijnen. Heeft u dit nagelaten, verwijder dan de slang en controleer of er verstoppingen zijn.
  • Pagina 39: Werken Op Een Helling

    BEDIENING WERKEN OP EEN HELLING Het maximale hellingspercentage voor de machine is 12_ / 21%. Zet de vacuümventilator uit als u een steile helling oprijdt. Hellingen spelen een belangrijke rol bij ongelukken die te wijten zijn aan controleverlies en over de kop slaan van de machine.
  • Pagina 40: Over (Stoep)Randen Heen Werken

    BEDIENING OVER (STOEP)RANDEN HEEN WERKEN De ATLVt kan over (stoep)randen van maximaal 178 mm heen rijden. Rijd nooit in volle vaart over obstakels op de weg. Zet de vacuümventilator uit en de zuigkop omhoog voordat u over een rand of obstakel heen rijdt. Nader de rand altijd met een langzame snelheid van het voorwiel.
  • Pagina 41: Zuigen

    BEDIENING ZUIGEN 1. Start de machine. Raadpleeg het onderdeel over de SCHAKELAAR VOOR DE PARKEERREM in deze handleiding. WAARSCHUWING: De motor stoot giftige uitlaatgassen uit. Deze gassen kunnen leiden tot ernstige ademhalingsproblemen en de dood tot gevolg hebben. Zorg voor voldoende ventilatie.
  • Pagina 42 BEDIENING 4. Zet de zuigkop omlaag in de gewenste hoogte en stel de stopstand in. 5. Rijd de machine naar de plaats die moet worden schoongemaakt. 6. Zet de schakelaar van de vacuümventilator aan. WAARSCHUWING: De machine kan erg veel lawaai maken. Informeer bij de betreffende instelling naar de maximale waarde waaraan u mag worden blootgesteld.
  • Pagina 43 BEDIENING 9. Trap het rijpedaal in en begin met zuigen. 10.Verwijder zo nodig de zuigslang van de zuigkop om vuil op te zuigen. Duw de hendel van de handzuiger naar voren en omhoog en til dan de zuigslang van de zuigkop af. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find...
  • Pagina 44: Stoppen Met Zuigen

    BEDIENING STOPPEN MET ZUIGEN 1. Zet de vacuümventilator uit door het onderste deel van de schakelaar van de vacuümventilator in te drukken. 2. Zuigkop (optioneel) Druk op het onderste deel van de zuigkopschakelaar om de zuigkop omhoog te zetten. 3. Natte stofbestrijding (optioneel): Druk de schakelaar van de stofbestrijding naar achteren om de natte stofbestrijding uit te schakelen.
  • Pagina 45 BEDIENING 5. Rijd de machine naar de plaats die bestemd is voor het legen van de vuilvergaarbak. Schakel de parkeerremmen in en zet de motor uit. LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en neem het sleuteltje uit het contact.
  • Pagina 46: Machine Stoppen

    BEDIENING MACHINE STOPPEN 1. Stop met zuigen. Lees het onderdeel over STOPPEN MET ZUIGEN in deze handleiding. 2. Neem uw voet van het rijpedaal. Trap nu op het rempedaal. 3. Zet de regulateurshendel terug in de vrijstand. 4. Schakel de parkeerremmen in. ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find...
  • Pagina 47: Controlelijst Na Gebruik

    BEDIENING 5. Draai de contactsleutel linksom om de motor uit te zetten. Neem de sleutel uit het contactslot. LET OP: Voordat u de machine verlaat of er onderhoud aan pleegt: parkeer de machine op een vlakke ondergrond, schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en neem het sleuteltje uit het contact.
  • Pagina 48: De Vacuümzak Leegmaken (Machines Met Een Serienummer Lager Dan 001070)

    BEDIENING DE VACUÜMZAK LEEGMAKEN (machines met een serienummer lager dan 001070) 1. De vacuümzak bevindt zich aan de achterzijde van de vuilvergaarbak. De zak vangt fijn stof op dat uit de uitlaatopening van de ventilator komt. Controleer of de machine is uitgeschakeld en op een vlakke ondergrond staat voordat u de vacuümzak leegmaakt.
  • Pagina 49 BEDIENING 5. Verwijder de vacuümzak. WAARSCHUWING: Draaiende ventilator. Zet de motor uit voordat u de vuilfilterbus opent. 6. Ontgrendel het deksel van de vergaarbak. Maak de vacuümzaak leeg in de vergaarbak. Sluit het deksel van de vuilvergaarbak. 7. Bevestig de vacuümzak om de vergaarbak. N.B.: Controleer of de vacuümzak correct is geplaatst over de vier nokken bij de uitlaatopening van de ventilator voordat u deze vastmaakt met...
  • Pagina 50: De Vacuümzak Leegmaken (Machines Met Een Serienummer 001070 En Hoger)

    BEDIENING DE VACUÜMZAK LEEGMAKEN (machines met een serienummer 001070 en hoger) 1. Schakel de parkeerrem in. LET OP: Voordat u de machine achterlaat of er onderhoud aan pleegt: schakel de parkeerrem in, zet de motor uit en haal de sleutel uit het contactslot. LET OP: Leeg.
  • Pagina 51: Vuilvergaarbak Legen

    BEDIENING VUILVERGAARBAK LEGEN 1. Rijd de machine langzaam naar de stortplaats of afvalcontainer. Stop de machine. Lees het onderdeel over DE MACHINE STOPPEN in deze handleiding. Controleer of de machine op een vlakke ondergrond staat alvorens de vuilvergaarbak te legen. LET OP: Leeg, tijdens gebruik van de machine, de vuilvergaarbak uitsluitend op een vlakke ondergrond.
  • Pagina 52 BEDIENING 5. Laat de vuilvergaarbak zakken totdat deze steunt op de kantelbeugel van de vergaarbak in de stand waarin u de zak kunt afbinden. Verwijder de voering van de vuilvergaarbakzak. N.B.: De voering van de vuilvergaarbakzak past maar op één manier in de vergaarbak. Let bij het verwijderen erop in welke richting u de voering verwijdert.
  • Pagina 53 BEDIENING 9. Vouw het restant van de zak over de randen van de vuilvergaarbak. 10. Controleer dagelijks of het ventilatorrooster vuil is. Maak het rooster zo nodig voorzichtig schoon met een harde veger of borstel. 11. Sluit de vuilvergaarbak en maak de vergrendelingen vast.
  • Pagina 54: Opties

    BEDIENING OPTIES KANTELBEVEILIGINGSSYSTEEM EN WEERSCHERM (OPTIONEEL) Het kantelbeveiligingssysteem en het weerscherm bieden u meer veiligheid tijdens het werk en bescherming tegen weersomstandigheden. Met het kantelbeveiligingssysteem en het weerscherm beschikt u over een in twee snelheden instelbare windschermwisser op de voorruit. De bedieningsknop voor de windschermwisser bevindt zich in het bestuurderscompartiment.
  • Pagina 55: Natte Stofbestrijding (Optioneel)

    BEDIENING NATTE STOFBESTRIJDING (OPTIONEEL) De optionele natte stofbestrijding verwijdert klein vuil en stofdeeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. DE WATERTANK VULLEN: Rijd de machine naar een plaats waar u de tank met een waterslang kunt vullen. Zet de machine uit en schakel de parkeerrem in.
  • Pagina 56: Zuigkop (Opties)

    BEDIENING ZUIGKOP (OPTIES) Met de optionele zuigkop kunt u vuil opzuigen zonder dat u de zuigslang hoeft te bedienen. De zuigslang bevestigt u eenvoudig op de zuigkop. De zuigkop heeft een neerwaartse stopstand die u zelf kunt instellen. Na omhoog zetten van de kop om grof vuil op te zuigen of om over een stoeprand heen te rijden, kunt de zuigkop weer terugzetten in de normale bedieningsstand.
  • Pagina 57: Stoffilterzak (Optioneel)

    BEDIENING STOFFILTERZAK (OPTIONEEL) De optionele stoffilterzak filtert meer stof en fijne deeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. De stoffilterzak is eenvoudig aan de vuilvergaarbak te bevestigen op de plaats van de standaard filterzak. DE STOFFILTERZAK LEEGMAKEN: 1.
  • Pagina 58 BEDIENING 4. Open de ritssluiting van de vacuümzak en maak de vacuümzak leeg. 5. Maak de ritssluiting van de vacuümzak dicht en plaats de vacuümzak terug in de stoffilterzak. 6. Maak de stoffilterzak leeg. 7. Maak de ritssluiting van de stoffilterzak dicht. 8.
  • Pagina 59: Handzuiger Verlengstuk 4,5 M (Optioneel)

    BEDIENING HANDZUIGER VERLENGSTUK 4,5 m (OPTIONEEL) Met het handzuiger verlengstuk van 4,5 m kunt u ook op nauwe plaatsen schoonmaken waar u met de zuigslang van de machine wellicht moeilijk bij het vuil kunt komen. BEDIENING ZUIGINSTALLATIE MET 4,5 M VERLENGSTUK: 1.
  • Pagina 60 BEDIENING 3. Open de balansklep van de zuigslang om de zuigkracht naar de zuigslang te sturen. 4. Haal de zuiginstallatie van de bevestigingswand en begin te zuigen. 5. Wanneer de zuiginstallatie meer zuigkracht nodig heeft kunt u de schuifklep van de hoofdzuigslang sluiten.
  • Pagina 61: Aanzetstuk Voor Hekken (Opties)

    BEDIENING AANZETSTUK VOOR HEKKEN (OPTIES) Het aanzetstuk voor hekken maakt een hoek van 90_ waardoor u de straal van de zuigslang kunt richten op vastzittend vuil langs hekken of hagen. FENCE LINE AANZETSTUK BEVESTIGEN: 1. Verwijder het elleboogstuk van de elleboogbevestigingsbeugel van de fence line.
  • Pagina 62 BEDIENING 4. Verwijder de slipring en het koppelstuk van het slanguiteinde. Bevestig het slanguiteinde op de fence line elleboogbevestigingsbeugel wanneer niet in gebruik. 5. Bevestig de slipring en het koppelstuk over het fence elleboog aanzetstuk. 6. Maak de zuigslang vast aan het elleboogstuk met de fence elleboogsplitring en bevestigingsklem bevestigingsklem.
  • Pagina 63: Filterpaneelkit (Optioneel)

    BEDIENING FILTERPANEELKIT (OPTIONEEL) De optionele filterpaneelkit verwijdert klein vuil en stofdeeltjes uit de lucht tijdens het gebruik van de machine. Voor een optimale prestatie en looptijd tussen filterreinigingen kunt u de hoofdzuigslag gebruiken voor het opzuigen van vuil in zeer stoffige omgevingen.
  • Pagina 64 BEDIENING 3. Open de vergrendeling van het ventilatiepaneel door de achterkant van de grendel los te trekken van de filterbehuizing, en vervolgens de voorkant van de grendel los te haken van de borging. 4. Verwijder het stofpaneelfilter. 5. Open de ritssluiting van de vacuümzak en maak de zak leeg via de omloopdeur aan de onderkant van filterpaneelbehuizing.
  • Pagina 65: Filterpaneel Reinigen

    BEDIENING FILTERPANEEL REINIGEN: Het filterpaneel is gemaakt van synthetisch materiaal dat met water kan worden schoongespoeld. N.B.: Gebruik geen hogedrukspuit aangezien deze de filter kan scheuren of anderszins kan beschadigen. Het filterpaneel reinigen zonder het uit de machine te halen: 1.
  • Pagina 66: Problemen Met De Machine Oplossen

    Controleer of er iets in de vuilvergaarbak gaat aan vuilvergaarbak brandt Solenoïde klep werkt niet Neem contact op met de technische dienst van TENNANT Vacuümventilator gaat niet aan Zet vacuümventilator aan Vacuümventilator is defect Neem contact op met de technische dienst van TENNANT...
  • Pagina 67 BEDIENING Overdadige stofverspreiding Stofzak (optioneel) staat open Sluit de stofzak Deur van het paneelfilter Sluit de deur van het paneelfilter (optioneel) staat open Natte stofbestrijding (optioneel) Schakel de natte stofbestrijding in werkt niet De watertank van de natte Vul de watertank van de stofbes- stofbestrijding (optioneel) is leeg trijding Sproeistuk van de natte...
  • Pagina 68: Onderhoud

    ONDERHOUD ONDERHOUD ONDERHOUDSSCHEMA N.B.: Controleer de procedures die zijn aangeduid met (H) ook na vijftig bedrijfsuren. Olie/ Aantal Frequentie Omschrijving Procedure Vloeistof plaatsen Dagelijks Luchtfilter van de motor Controleer indicatielampje Stofkapje van de motor Legen Carter van de motor Controleer het oliepeil Radiateur Controleer en reinig het inlaatrooster...
  • Pagina 69 ONDERHOUD Olie/ Aantal Frequentie Omschrijving Procedure Vloeistof plaatsen Dagelijks Vacuümzak Controleren op vuil en schoonmaken Rooster vacüumventilator Controleren op vuil en schoonmaken Stoffilterzak (optioneel) Controleren op vuil en schoonmaken Stofpaneelfilter (optioneel) Controleren op vuil en schoonmaken Sproeistuk van de natte Controleren op vuil en bijstellen stofbestrijding (optioneel) 50 uur...
  • Pagina 70 OLIE/VLOEISTOF ..Motorolie, kwaliteitsaanduiding 10W--30--CD/SE HYDO Hydraulische vloeistof van Tennant, of van ander goedgekeurd merk . . . Speciale smeerolie, Lubriplate EMB smeervet (TENNANT artikel nummer 01433--1) . . . Water met permanent antivries (ethyleenglycol), --34_ C .
  • Pagina 71: Smering

    De kruiskoppeling van de stuurinrichting heeft twee smeernippels. Smeer de nippels telkens na tweehonderd bedrijfsuren met Lubriplate EMB smeervet (Tennant artikelnummer 01433--1). B. SCHARNIERPUNTEN VAN DE WIELEN Op de scharnierpunten van de wielen bevinden zich twee smeernippels. Smeer de nippels telkens na tweehonderd bedrijfsuren met Lubriplate EMB smeervet (Tennant artikelnummer 01433--1).
  • Pagina 72: Hydraulica

    ONDERHOUD HYDRAULICA HYDRAULISCHE VLOEISTOFRESERVOIR Het reservoir bevindt zich aan de rechterzijde van de machine naast de motor. Bovenop het reservoir zit een vuldop. Het reservoir beschikt over een ingebouwde ontluchter en een peilstok om het vloeistofpeil te meten. Vervang de dop telkens na achthonderd bedrijfsuren.
  • Pagina 73: Hydraulische Vloeistof

    Als u een andere hydraulische vloeistof gebruikt, dient deze dezelfde specificaties te hebben als de hydraulische vloeistof van Tennant. Als u een andere vloeistof gebruikt, kunnen de hydraulische onderdelen voortijdig stuk gaan. LET OP! De hydraulische onderdelen worden van binnen gesmeerd via de hydraulische vloeistof van het systeem.
  • Pagina 74: Hydraulische Slangen

    ONDERHOUD HYDRAULISCHE SLANGEN Controleer telkens na achthonderd bedrijfsuren of de hydraulische slangen versleten of beschadigd zijn. Vloeistof die onder grote druk uit een heel klein gaatje ontsnapt, is vaak nagenoeg onzichtbaar maar kan tot zware verwondingen leiden. Raadpleeg direct een arts als u door een straal hydraulische vloeistof gewond bent geraakt.
  • Pagina 75: Motor

    ONDERHOUD MOTOR KOELSYSTEEM Controleer elke dag het koelvloeistofpeil van de radiateur in het reservoir. Vul het reservoir bij met schoon water, waarin permanent antivries (ethyleenglycol) dat tegen vorst tot --34_ C beschermt is opgelost. Voeg koelvloeistof toe aan het reservoir. LET OP: Vermijd contact met heet koelwater wanneer u onderhoud pleegt aan de machine.
  • Pagina 76: Indicatielampje Luchtfilter

    ONDERHOUD INDICATIELAMPJE LUCHTFILTER Het indicatielampje van het luchtfilter geeft aan wanneer het filterelement vervangen moet worden. Controleer dit lampje elke dag. De rode lijn van het indicatielampje schuift op naarmate het luchtfilterelement vuiler wordt. Vervang het luchtfilterelement pas wanneer de rode lijn als waarde 5kPa (20 bij H2O) aangeeft en het afleesvenster “SERVICE WHEN RED”...
  • Pagina 77: Brandstoffilter

    ONDERHOUD BRANDSTOFFILTER Het brandstoffilter houdt verontreinigingen in de brandstof tegen. Het filter bevindt zich aan de achterzijde van het motorcompartiment. Vervang het filterelement telkens na tweehonderd bedrijfsuren. LET OP: Als u de machine onderhoudt, dient u vonken en open vuur bij het brandstofsysteem vandaan te houden.
  • Pagina 78: Wisserbladen (Optioneel)

    ONDERHOUD WISSERBLADEN (OPTIONEEL) Controleer telkens na tweehonderd bedrijfsuren de wisserbladen van het windscherm. Vervang de wissers zo nodig. ACCU De accu bevindt zich onder de bestuurdersstoel en is te bereiken door de zitplaats op te tillen. Reinig de poolklemmen en draai deze vast na de eerste vijftig bedrijfsuren en vervolgens na elke tweehonderd bedrijfsuren.
  • Pagina 79: Riemen

    ONDERHOUD RIEMEN MOTORRIEM De motorriem wordt aangedreven door de krukaspoelie; deze riem drijft de alternator aan. De riem heeft de juiste spanning als deze 10 mm uitwijkt wanneer er een kracht van 4 tot 5 kg op het middelste punt van de langste spanwijdte wordt uitgeoefend.
  • Pagina 80: Afdichtflappen En Afdichtingen

    ONDERHOUD AFDICHTFLAPPEN EN AFDICHTINGEN AFDICHTINGEN VAN DE KLEPPEN De afdichtingen bevinden zich langs de randen van het motorcompartiment en de motorkleppen. Controleer na elke tweehonderd bedrijfsuren of de afdichtingen versleten of beschadigd zijn. AFDICHTFLAPPEN ZUIGKOP (OPTIONEEL) De afdichtflappen bevinden zich onderaan de zuigkop.
  • Pagina 81: Remmen En Banden

    ONDERHOUD REMMEN EN BANDEN BEDRIJFSREMMEN De door een kabel aangedreven bedrijfsremmen bevinden zich op beide achterwielen. De kabels kunnen aan de voorzijde of aan het achterwiel worden afgesteld. Controleer de afstelling van de remmen telkens na tweehonderd bedrijfsuren. PARKEERREM Met de parkeerrempedalen schakelt u de parkeerremmen in.
  • Pagina 82 ONDERHOUD De juiste spanning in de achterste aandrijfband (optioneel) is 48 kpa. VOORWIEL Draai de moeren van de voorwielen na elke 100 uur gebruik tweemaal stergewijs aan tot een moment van 126--154 Nm. ACHTERWIEL Draai de moeren van de achterwielen na elke 100 uur gebruik tweemaal stergewijs aan tot een moment van 126--154 Nm.
  • Pagina 83 ONDERHOUD AFZUIGSYSTEEM VACUÜMZAK De vacuümzak bevindt zich aan de achterzijde van de vuilvergaarbak. Controleer dagelijks of de vacuümzak vuil bevat of beschadigd is. STOFPANEELFILTER (OPTIONEEL) Het stofpaneelfilter bevindt zich achter het ventilatiepaneel, op de behuizing van het stoffilterpaneel. Controleer het stoffilter steeds wanneer u de vacuümzak leegmaakt.
  • Pagina 84: Zuigslang En Steunarm

    ONDERHOUD HANDZUIGER VERLENGSTUK 4,5 m (OPTIONEEL) Controleer dagelijks of de handzuiger verstopt of beschadigd is. Verwijder de stop uit de balansklep en controleer dagelijks op verstopping en beschadiging. ZUIGSLANG EN STEUNARM Controleer dagelijks of de zuigslang verstopt of beschadigd is. Controleer of de gascilinders van de steunarm voldoende ondersteuning bieden.
  • Pagina 85: Gasveersteunen Controleren Op Juiste Verlengstuk

    ONDERHOUD GASVEERSTEUNEN CONTROLEREN OP JUISTE VERLENGSTUK: 1. Draai de slangsteunstelknop naar links tot de arm in de hoogste stand staat. 2. Laat het eind van de slang naar beneden hangen en laat hem ongehinderd omhoogkomen. Het uiteinde van de slang moet op een afstand van 102 mm tot 153 mm van de grond tot stilstand komen.
  • Pagina 86: Schoonmaken En Bijstellen Van Het Sproeistuk

    ONDERHOUD NATTE STOFBESTRIJDING (OPTIONEEL) SPROEISTUK Controleer dagelijks of het sproeistuk niet vuil is of bijgesteld moet worden. Reinig de behuizing van de vacuümventilator dagelijks met een tuinslang om het sproeistuk van de vuilfilterbus schoon te houden. LET OP: Draag een veiligheidsbril en oorbeschermers wanneer u met water of lucht onder hoge druk werkt.
  • Pagina 87: Watertank Aftappen

    ONDERHOUD 4. Gebruik een stukje ijzerdraad om eventuele verstoppingen uit het sproeistuk te verwijderen. 5. Plaats het filterrooster terug en zet het sproeistuk weer in elkaar. Druk de sproeikop terug op zijn plaats en draai deze een kwartslag rechtsom. De sproeikop zit nu vast.
  • Pagina 88 ONDERHOUD 2. Draai de plastic sproeikop een kwartslag linksom en trek deze recht naar buiten. 3. Verwijder het filterrooster. 4. Zet de machine aan. Druk de schakelaar van de stofbestrijding naar voren om de natte stofbestrijding in te schakelen. 5. Laat de pomp werken totdat al het water uit de watertank afgetapt is.
  • Pagina 89: Machine Duwen, Slepen En Vervoeren

    ONDERHOUD MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN MACHINE DUWEN, SLEPEN EN VERVOEREN Indien de machine gebreken vertoont, kan de machine vanaf de voorkant of vanaf de achterkant geduwd worden. Slepen kan alleen vanaf de voorzijde gebeuren. De aandrijfpomp is voorzien van een omloopklep om beschadiging van het hydraulische systeem te voorkomen wanneer de machine wordt gesleept.
  • Pagina 90: De Machine Vervoeren

    ONDERHOUD DE MACHINE VERVOEREN 1. Plaats de achterkant van de machine op de laadrand van de truck of oplegger. LET OP: Gebruik een truck of oplegger die het gewicht van de machine kan dragen N.B.: Zorg er voor dat de hopper leeg is, voordat u de machine transporteert.
  • Pagina 91 ONDERHOUD 6. Schakel de parkeerrem in en blokkeer de wielen. Zet de machine vast op de truck of oplegger vóórdat u hem gaat vervoeren. Indien de machine niet beschikt over de optionele bevestigingsbeugel, zet u de voorzijde vast met een bevestigingsband over de vloer van de machine.
  • Pagina 92: De Machine Opkrikken

    Wanneer u de machine voor langere tijd wilt stallen, moet de machine worden behandeld om roestvorming, klontering van de olie en de vorming van andere schadelijke afzettingen te voorkomen. Neem contact op met de technische dienst van TENNANT. ATLVt 4300 330525 (9- -99) Home Find... Go To..
  • Pagina 93: Afmetingen/Capaciteit Van De Machine

    TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AFMETINGEN/CAPACITEIT VAN DE MACHINE Gegevens Afmetingen/capaciteit Lengte 2590 mm Breedte 168 mm Hoogte 2113 mm Spoorbreedte 965 mm Wielbasis 1320 mm Gewichtcapaciteit van de vuilvergaarbak 68 kg Volumecapaciteit van de vuilvergaarbak 416 l Capaciteit watertank natte stofbestrijding 30 l (optioneel) GVWR...
  • Pagina 94: Technische Gegevens

    Handmatig cilinder, stuurstang HYDRAULISCH SYSTEEM Systeem Capaciteit Hydraulische vloeistof type Hydraulisch 19 l TENNANT art.nr. 65869 -- boven 7_ C reservoir TENNANT art.nr. 65870 -- onder 7_ C TENNANT art.nr. 65870 onder 7 C Hydraulisch totaal 21 l REMINRICHTING Type...
  • Pagina 95: Afmetingen Van De Machine

    TECHNISCHE GEGEVENS 168 mm 2113 mm ATLV 4300 965 mm 1320 mm 2590 mm AFMETINGEN VAN DE MACHINE ATLVt 4300 330525 (2- -01) Home Find... Go To..
  • Pagina 96 TECHNISCHE GEGEVENS ATLVt 4300 330525 (6- -04) Home Find... Go To..

Inhoudsopgave