3.
Zet de printer AAN en start deze op. Steek de stekker van de printer in het
stopcontact. Zet de hoofdschakelaar op ON (AAN). Druk op de knop Soft aan/uit
om de afdrukengine op te starten.
4.
Tik in het aanraakscherm van de printer op 'Menu' en vervolgens op 'Setup'
(Instellen) in de vervolgkeuzelijst.
5.
Selecteer 'Network Config' (Netwerkconfiguratie) uit de opties onderaan in het
scherm.
3
71