2.1
Vooraanzicht
1
Aanraakscherm (bedieningspaneel) – Hierop worden het menu en informatie
over de printerstatus weergegeven. Vanuit dit scherm kunt u printerfuncties
instellen en uitvoeren.
2
Printkopklep – Biedt toegang tot afdrukengine, printkop en servicestation.
OPMERKING: Alle kleppen moeten gesloten blijven wanneer de printer bezet
is (bezig met afdrukken, onderhoud verrichten).
3
Knop Soft aan/uit – Wordt gebruikt om de afdrukengine in en uit te schakelen.
OPMERKING: De knop licht blauw op wanneer de afdrukengine is
ingeschakeld (AAN).
4
Uitvoertransportklep – Biedt toegang tot het printmateriaalpad en de
transportbanden voor printmateriaal.
5
Inkttankklep – Biedt toegang tot de inkttanks, de inktafvoerbak en de
vergrendeling van de openslaande klep. Wanneer de inkttankklep wordt
geopend, wordt de communicatie van de printer met de inkttanks verbroken,
zodat de inkttanks veilig kunnen worden geïnstalleerd/vervangen.
OPMERKING: Alle kleppen moeten gesloten blijven wanneer de printer bezet
is (bezig met afdrukken, onderhoud verrichten).
2
7