Het foutopsporingsniveau wijzigen
Debug Level (Foutopsporingsniveau) – Stel het detailniveau van de
foutopsporingslogboeken in.
Het foutopsporingsniveau wijzigen:
1.
Selecteer vanuit de Toolbox het vervolgkeuzemenu 'View' (Weergave), klik op
'Service Menus' (Servicemenu's) en klik ten slotte op 'System Settings'
(Systeeminstellingen).
2.
Het scherm 'System Settings' (Systeeminstellingen) wordt geopend. Ga naar de
opties voor Debug Level (Foutopsporingsniveau) en selecteer 0, 1 of 2 om het
gewenste detailniveau voor de printer in te stellen. (0 = minst gedetailleerd, 2 =
meest gedetailleerd).
Als u een blijvend probleem ervaart, kunt u worden gevraag een
foutopsporingslogboek van uw printer te verstrekken. Een
technicus kan u vragen het foutopsporingsniveau in te stellen
op 1 of 2, en het probleem opnieuw op te laten treden, voordat
u de technicus het foutopsporingslogboekbestand verstrekt.
Vanwege de hoeveelheid verzamelde en opgeslagen gegevens,
moet het Debug Level (Foutopsporingsniveau) niet op een hogere
instelling dan 0 (nul) worden gelaten, tenzij dit wordt gevraagd
door een servicetechnicus. Zet het Debug Level
(Foutopsporingsniveau) terug op nul nadat u het gevraagde
foutopsporingslogboekbestand hebt verstrekt.
4
161