Gebruik van een externe elektronenflitser
Schakel de flitser altijd pas in nadat u hem op de camera hebt bevestigd.
1
Schuif het afdekkapje uit de flitsschoen
zoals aangegeven door de pijl in
de afbeelding.
• Bewaar het afdekkapje van de flitsschoen
op een veilige plek zodat u het niet verliest
en zet het na het fotograferen met flits weer
op de camera.
2
Schuif de flitser in de flitsschoen.
• Als de vergrendelpen uitsteekt, verdraait
u de vergrendelring zo ver mogelijk in de
tegengestelde richting van LOCK. Hierdoor
wordt de vergrendelpen naar binnen getrokken.
3
Schakel de flitser in.
• Als de laadindicator op de flitser gaat branden, is het
opladen voltooid.
• De flitser is gesynchroniseerd met de camera bij
sluitertijden van 1/180 seconde of korter.
4
Selecteer een flitserfunctie.
5
Selecteer de gewenste flitsregeling.
• Kies voor normaal gebruik de instelling TTL-AUTO.
6
Druk de ontspanknop half in.
• De camera en de flitser wisselen nu informatie uit over
de ISO-waarde, de diafragmawaarde en de sluitertijd.
7
Druk de ontspanknop helemaal in.
x
Opmerkingen
• De ingebouwde flitser kan niet gebruikt worden als er
een externe flitser op de flitsschoen is aangebracht.
Super FP-flitser
Super FP-flitsen is mogelijk met de flitsers FL-50R
en FL-36R. Gebruik een Super FP-flitser als normale flitsers
niet in combinatie met een snelle sluitertijd kunnen worden
gebruikt.
Ook invulflitsen met een ver geopend diafragma (zoals
bij portretopnamen buitenshuis) zijn mogelijk met Super FP.
Meer informatie vindt u in de handleiding van de externe
flitser.
Vergrendelpen
Vergrendelring
2008. 08.16
arge
Normal
Flitsschoendekseltje
7
Super FP-flitser
FP
OFF
75
NL