Regelen van de flitssterkte
U kunt de flitssterkte instellen tussen +3 en -3.
Bij sommige situaties krijgt u betere resultaten als u de flitssterkte aanpast, bijv. bij het
fotograferen van kleine objecten en bij een verre achtergrond. Op deze wijze kunt u het
contrast verbeteren (het onderscheid tussen lichte en donkere partijen) waardoor uw foto's
levendiger worden.
Directe knop
Superbedieningspaneel i p: [w]
Menu
x
Opmerkingen
• Dit werkt niet bij handmatig flitsen.
• Dit werkt niet als de externe flitser is ingesteld
op MANUAL.
• Als u de flitssterkte op de externe flitser hebt ingesteld,
wordt dit gecombineerd met de flitssterkte-instelling van
de camera.
• Als u [w+F] hebt ingesteld op [ON], wordt
de flitssterktewaarde opgeteld bij de
belichtingscorrectiewaarde. g"w+F" (blz. 92)
7
Fotograferen met een externe flitser
Naast de ingebouwde flitser kunt u ook gebruikmaken van externe flitsers die geschikt zijn voor
deze camera. Hiermee beschikt u bij flitsopnamen over een groter aantal mogelijkheden bij
verschillende lichtomstandigheden.
De externe flitsers communiceren met de camera, zodat u de flitserfuncties van de camera kunt
uitbreiden met andere flitserfuncties zoals TTL-AUTO en Super FP. Monteer een voor deze
camera geschikte externe flitser op de flitsschoen van de camera.
Raadpleeg eveneens de handleiding van de externe flitser.
Beschikbare functies bij gebruik van externe flitsers
Optionele flitser
Flitsregeling
RG (richtgetal)
(ISO100)
RC-functie
* De brandpuntsafstand van de lens die gebruikt kan worden (kleinbeeldequivalent)
x
Opmerkingen
• De optionele flitser FL-40 kunt u niet gebruiken.
74
NL
# + F j
MENU [X] [w]
FL-50R
FL-50
FL-36R
TTL-AUTO, AUTO, MANUAL,
FP TTL AUTO, FP MANUAL
RG50 (85 mm*)
RG36 (85 mm*)
RG28 (24 mm*)
RG20 (24 mm*)
k
#-knop
METERING
RC MODE
AF MODE
AF AREA
ANTI-SHOCK
CANCEL
FL-36
FL-20
TTL-AUTO,
AUTO, MANUAL
RG20 (35 mm*)
k
k
F-knop
j
+3
OFF
+2
0.0
+1
0 0
S-AF
0
-1
-2
OFF
-3
SELECT
GO
RF-11
TF-22
TTL-AUTO,
MANUAL
RG11
RG22
k
k