Pixels
Een pixel is de kleinste eenheid (punt) die wordt gebruikt om een beeld op te bouwen. Grotere
heldere geprinte beelden vereisen miljoenen pixels.
RAW
Refereert aan "ruwe" gegevens, gegevens die niet zijn versterkt met een camera-optie zoals
witbalans, scherpte, contrast, enz. Dit bestandstype is bedoeld voor het bekijken en bewerken
met onze eigen software. Het is mogelijk dat u deze bestanden niet kunt openen of bewerken
met andere grafische applicatiesoftware en deze bestanden kunnen niet worden geselecteerd
voor DPOF-print. RAW-bestanden hebben de extensie orf (*.orf).
S-stand (sluitertijdvoorkeuze)
Ook stand Sluitertijdvoorkeuze AE genoemd. De gebruiker selecteert de sluitertijd en de
camera varieert het diafragma automatisch, zodat de foto met de beste belichting wordt
gemaakt.
Scherptediepte
Scherptediepte heeft betrekking op de afstand tussen het dichtstbijzijnde en het verste punt
van "scherpte" op een foto.
Sluimerstand
Een modus die is ontwikkeld om de batterij te sparen. De camera gaat automatisch naar de
sluimerstand als u hem een tijdje niet bedient. Om de sluimerstand te verlaten, drukt u op een
willekeurige knop op de camera (ontspanknop, menuknop enz.).
Spotmeting
De meting wordt binnen een heel klein gebied rond het midden van het onderwerp uitgevoerd,
dat in de zoeker wordt aangegeven door het spotmetingskader. Spotmeting is ideaal tijdens
moeilijke lichtomstandigheden of als het belangrijke element van de foto (gezicht van het
onderwerp) klein is. Gebruik spotmeting voor onderwerpen met tegenlicht, sporters of mensen
op het podium. Zie ook digitale ESP-meting en lichtmeting met nadruk op het centrum.
Stand AUTO
Programmagestuurde stand AE (zie stand "P (programma)"). Aanvullend omvat deze stand
het automatisch omhoog springen van de flitser bij het fotograferen onder slechte
lichtomstandigheden.
TFT (Thin-Film Transistor) kleurenmonitor
Een kleurenmonitor die is ontwikkeld met behulp van thinfilm-technologie.
TTL fasecontrast detectiesysteem
Dit wordt gebruikt om de afstand tot het onderwerp te meten. De camera bepaalt of op het
beeld wordt scherpgesteld met het gedetecteerde fasecontrast.
TTL (Through-The-Lens) systeem (door de lens)
Om de belichting in te stellen, meet een lichtsensor die in de camera is ingebouwd direct
het licht dat door de lens komt.
Verduistering (vignettering)
Dit vindt plaats als een object een deel van het gezichtsveld verduistert, zodat het gehele
onderwerp niet gefotografeerd wordt. Vignettering vindt ook plaats als het beeld gezien door
de zoeker niet overeenkomt met de foto die door de objectieflens wordt gemaakt, zodat het
gefotografeerde beeld objecten bevat die niet door de zoeker te zien zijn. Daarnaast kan
vignettering plaatsvinden als er een onjuiste lenskap wordt gebruikt, waardoor schaduwen
in de hoeken van het beeld verschijnen.
13
132
NL