Fotografeergidsen –
Verbeter uw vaardigheid in het fotograferen
Gidsen voor basisfuncties
Om uzelf vertrouwd te maken met de camera kunt u beginnen met het maken van foto's van
onderwerpen in uw omgeving zoals kinderen, bloemen, huisdieren. Als de foto's u niet
bevallen, probeer dan een paar van de onderstaande instellingen bij te stellen. U kunt al betere
foto's maken door uzelf vertrouwd te maken met deze basisfuncties van de camera.
Scherpstellen – De ontspanknop bedienen
Een foto kan onscherp worden als u op de voorgrond,
achtergrond of op andere onderwerpen in het beeld in plaats
van op het gewenste onderwerp hebt scherpgesteld.
Om wazige foto's te voorkomen, moet u scherpstellen
op het onderwerp dat u wilt fotograferen. De ontspanknop
kan half ingedrukt (half indrukken) en helemaal ingedrukt
(helemaal indrukken) worden. Zodra u goed weet hoe de
ontspanknop werkt, kunt u zelfs scherpstellen op bewegende
onderwerpen.
Half
indrukken:
g"Fotograferen" (blz. 16), "Focus lock – Als het
scherpstellen niet lukt (scherpstelgeheugen)" (blz. 57)
Zelfs als op het onderwerp is scherpgesteld, kan het
beeld wazig worden als u de camera beweegt terwijl de
ontspanknop wordt ingedrukt. Dit wordt "cameratrilling"
genoemd. Houd de camera goed vast. De camera is vooral gevoelig voor beweging als met
live bekijken gefotografeerd wordt terwijl het onderwerp op de monitor bekeken wordt.
g"Vasthouden van de camera" (blz. 17)
Naast het verkeerd scherpstellen en het bewegen van de camera kunnen onscherpe beelden
ook optreden als onderwerpen te snel bewegen. In dat geval gebruikt u een sluitertijd die bij de
beweging van het onderwerp past. U kunt de huidige sluitertijd en het diafragma op de displays
van de zoeker en monitor bevestigen door de ontspanknop half in te drukken.
g"Zoeker" (blz. 6), "Superbedieningspaneel" (blz. 7), "LCD-monitor (Live view)" (blz. 8)
Helemaal
indrukken:
2
2
31
NL