De camera of uw hand beweegt als u op de ontspanknop drukt
• Druk voorzichtig op de ontspanknop of houd de camera stevig met beide handen vast.
• U kunt voorkomen dat de camera beweegt terwijl u de ontspanknop ingedrukt houdt door
de zelfontspanner of anti-shock te gebruiken. g"Fotograferen met de zelfontspanner" (blz. 59),
"Anti-shock – trillingen voorkomen" (blz. 61)
Foto's maken met minder flits
In de stand autoflitsen gaat de flitser bij te weinig licht automatisch af en komen onscherpe
beelden vaker voor. Als het object te ver weg is, heeft de flitser geen invloed. Hier wordt
beschreven hoe u in dergelijke situaties foto's dient te maken zonder de flitser.
Zet g (motiefprogramma) op [q] (DIS MODE)
• Aangezien de ISO-gevoeligheid automatisch groter wordt, kunt u de camera in uw hand houden
en foto's maken in lichte situaties met de flitser uit.
Verhoog de ISO-waarde
• Verhoog de ISO-waarde. Het beeld kan korrelig worden.
g"ISO-waarde instellen" (blz. 53)
Het beeld is te korrelig
Kies een hogere ISO-gevoeligheid
• Als u de ISO-waarde verhoogt, kan er "beeldruis" optreden (puntjes met ongewenste kleuren
of onregelmatigheden in kleurvlakken), wat het beeld korrelig maakt. Deze camera is uitgerust
met een functie voor fotograferen met een hoge gevoeligheid met ruisonderdrukking. Door de
ISO-gevoeligheid te verhogen ontstaan echter korreligere beelden dan wanneer er een lagere
gevoeligheid wordt gebruikt.
g"ISO-waarde instellen" (blz. 53)
Gemaakte foto's zien er witachtig uit
Dit kan gebeuren als de foto met tegenlicht of semi-tegenlicht gemaakt is. Dit wordt veroorzaakt
door het verschijnsel dat lichtverstrooiing of lichtspiegeling wordt genoemd. Bedenk zoveel
mogelijk een compositie waarbij een sterke lichtbron niet in het beeld wordt opgenomen.
Een lichtvlek kan zelfs optreden als een lichtbron niet in het beeld aanwezig is. Gebruik een
zonnekap om de lens tegen de lichtbron af te schermen. Als een zonnekap niet helpt, gebruikt
u uw hand om de lens tegen het licht af te schermen.
g"Verwisselbare lenzen" (blz. 119)
Foto's maken met de juiste kleur
De oorzaak van verschillen tussen de kleuren op een foto en de werkelijke kleuren is de
lichtbron die het object verlicht. [WB] is de functie waarmee de camera de juiste kleuren kan
bepalen. In normale gevallen zorgt de [AUTO]-instelling voor de optimale witbalans, maar
afhankelijk van het onderwerp kan het beter zijn om te experimenteren met het wijzigen van
de [WB]-instelling.
• Als het onderwerp zich op een zonnige dag in de schaduw bevindt.
• Als het onderwerp wordt verlicht door zowel natuurlijk licht als verlichting binnen, bijvoorbeeld
wanneer het onderwerp zich vlakbij een raam bevindt.
• Als er geen witte partijen in het beeld voorkomen.
g"Witbalans selecteren" (blz. 64)
Foto's maken van een wit strand of een sneeuwlandschap
12
In normale gevallen lijken witte onderwerpen, zoals sneeuw, donkerder dan gebruikelijk als
de foto gemaakt is. Er bestaan diverse manieren om het wit vast te leggen.
• Corrigeer de belichting in de richting van de [+]. g"Belichtingscorrectie" (blz. 51)
• Gebruik [g] (BEACH & SNOW) in g (motiefprogramma) om de foto te maken. Deze stand
is uitstekend geschikt voor het maken van foto's van de zee op een zonnige dag of sneeuwtoppen
op bergen.
110
g"Functieknop" (blz. 4)
NL