Belichting
Programmagestuurd fotograferen
Aan de hand van de helderheid van het onderwerp kiest de camera een optimale combinatie
van diafragmawaarde en sluitertijd.
Zet de functieknop op P.
• Als de ontspanknop half is ingedrukt, worden de sluitertijd
en diafragmawaarde weergegeven op de zoeker. Als de ontspanknop
wordt losgelaten, worden de sluitertijd en diafragmawaarde
weergegeven op het superbedieningspaneel.
250
2008. 08.16
arge
Normal
Superbedieningspaneel
Programma-aanpassing (%)
Door in de stand P de regelaar te verdraaien, kunt u de combinatie
van diafragma en sluitertijd wijzigen terwijl de belichting optimaal blijft.
g"Lijndiagram van het programma (P-stand)" (blz. 122)
• Na het maken van de foto blijft deze instelling actief. Om de programma-
aanpassing te annuleren, verdraait u de regelaar tot de
fotografeerstandindicatie % in de zoeker en op het superbedieningspaneel
verandert in P, of u schakelt de camera uit.
• Bij gebruik van een flitser is er geen programma-aanpassing mogelijk.
TIPS
De sluitertijd en diafragmawaarde knipperen:
j De camera kan de foto niet optimaal belichten.
Voor meer informatie, zie 'Waarschuwingsindicatie belichting' (gblz. 123).
Diafragmawaarde
F5.6
Sluitertijd
AF
OFF
Stand Fotograferen
AF-teken
Zoeker
Programma-
aanpassing
4
4
45
NL