39Z4V7110.fm 12 ページ 2019年11月18日 月曜日 午後4時29分
Typen met laag profiel
1. Klik de luchtfilterdekselklemmen
los en verwijder het
luchtfilterdeksel en vervolgens
het luchtfilterelement.
2. Spoel het element schoon in een
sopje van afwasmiddel en warm
water en spoel dan grondig
schoon, of was in een niet of
moeilijk ontvlambaar
oplosmiddel. Laat het element
goed droog worden.
3. Drenk het luchtfilterelement in
schone motorolie en wring
vervolgens alle overtollige olie
uit. De motor zal bij de eerste
startpoging veel rook afgeven
als er te veel olie in het element
achterblijft.
Reinigen
Uitknijpen en drogen In olie dompelen
Niet draaien.
4. Breng het luchtfilterelement en het deksel weer aan.
BEZINKSELKOM
Reinigen
WAARSCHUWING
Benzine is een uiterst licht ontvlambare en explosieve stof.
U kunt brandwonden of een ernstig letsel oplopen bij de
omgang met brandstof.
• Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u met benzine
omgaat.
• Houd warmte, vonken en open vuur uit de buurt.
• Vul de tank uitsluitend buiten.
• Houd afstand tot uw voertuig.
• Veeg gemorste brandstof direct weg.
1. Zet de brandstofkraan in de stand OFF en verwijder dan de
bezinkselkom, de O-ring en het filter.
2. Spoel de bezinkselkom en het filter schoon in een niet-ontvlambaar
oplosmiddel en droog ze zorgvuldig.
FILTER
(Gezien vanaf de onderkant)
Uitlijnen
12
LUCHTFILTERDEKSEL
KLEM
KLEM
LUCHTFILTERELEMENT
Uitknijpen
Niet draaien.
OFF (UIT)
BRANDSTOFKLEPHENDEL
FILTER
O-RING (Vervangen)
BEZINKSELKOM
NEDERLANDS
3. Breng het filter, een nieuwe O-ring en de bezinkselkom aan. Zet de
bezinkselkom stevig vast.
4. Zet de brandstofkraan in de stand ON en controleer op lekkage.
BOUGIE
Bougies: BPR6ES (NGK)
W20EPR-U (DENSO)
Deze bougie heeft de correcte warmtegraad voor de normale
bedrijfstemperatuur van de motor.
ATTENTIE
Het gebruik van een verkeerde bougie kan de motor beschadigen.
Voor een goede werking moet de bougie de juiste elektrodenafstand hebben
en mag er geen aanslag aanwezig zijn.
1. Haal de bougiedop los van de
bougie en verwijder eventueel
vuil direct rondom de bougie.
2. Verwijder de bougie met een
bougiesleutel van 21 mm.
3. Inspecteer de bougie.
Vervang deze als hij beschadigd
of erg vervuild is, als de
afdichtring in slechte conditie is of
als de elektrode versleten is.
4. Meet de elektrodenafstand met
een voelermaat van het
draadtype. Corrigeer de
elektrodenafstand zo nodig door
de zijelektrode voorzichtig iets te
buigen.
De elektrodenafstand moet zijn:
0,7–0,8 mm
5. Monteer de bougie zorgvuldig
met de hand, om beschadiging
van de schroefdraad te
voorkomen.
6. Nadat de bougie aanligt, deze nog verder aandraaien met een
bougiesleutel van 21 mm (13/16 in) om de sluitring samen te drukken.
Bij het monteren van een nieuwe bougie moet deze nadat hij aanligt nog
1/2 slag extra worden aangedraaid om de ring samen te drukken.
Bij het opnieuw installeren van een oude bougie moet deze nadat hij
aanligt nog een 1/8–1/4 slag extra worden aangedraaid om de ring
samen te drukken.
KOPPEL: 18 N·m (1,8 kgf·m)
ATTENTIE
Door een losse bougie kan de motor oververhit raken en schade oplopen.
Als de bougie te strak wordt vastgedraaid, kan de schroefdraad in de
cilinderkop worden beschadigd.
7. Bevestig de bougiedop op de bougie.
BOUGIESLEUTEL
ZIJELEKTRODE
0,7–0,8 mm
ISOLATIE
SLUITRING