Wanneer u instelt op intelligente automatische functie
•
Wanneer intelligente automatische functie geselecteerd is in stap
beeldopname die bij het onderwerp of opnamesituatie hoort uitgevoerd worden.
∫ Scènedetectie
Wanneer het toestel de optimale scène identificeert, wordt de icoon van de scène in
kwestie in het blauw gedurende 2 seconden afgebeeld, waarna die terugkeert naar zijn
gewoonlijke rode kleur.
>
[i-PORTRET]
¦
[i-LANDSCHAP]
[i-ZACHT LICHT]
[i-MACRO]
•
[
] is ingesteld als geen van de scènes van toepassing zijn en de standaardinstellingen
¦
ingesteld zijn.
∫ Gezichtherkenning
Wanneer [
] geselecteerd is, vindt het toestel automatisch het gezicht van een persoon,
en zullen de focus en de belichting afgesteld worden (P108).
Aantekening
•
Door [BEWEGEND BEELD] te volgen kan het functiemenu niet ingesteld worden omdat het
toestel automatisch instelt.
[WITBALANS]/[I. EXPOSURE]
•
Het is alleen mogelijk om [KLEURFUNCTIE] op [STANDAARD], [B/W] of [SEPIA] in te stellen.
•
Wegens omstandigheden zoals de hieronder genoemde, kan er een andere scène
geïdentificeerd worden voor hetzelfde onderwerp.
–
Onderwerpomstandigheden: Wanneer het gezicht helder of donker is, De grootte van het
onderwerp, De afstand naar het onderwerp, Het contrast van het onderwerp, Wanneer het
onderwerp beweegt, Wanneer de zoom gebruikt wordt
–
Opnameomstandigheden: Zonsondergang, Zonsopgang, Onder omstandigheden van
geringe helderheid, Wanneer het toestel geschud (bewogen) wordt
•
Om beelden te maken in een bedoelde scène, wordt het aangeraden dat u beelden maakt in de
juiste opnamefunctie.
•
Gezichtsdetectie zou onder water langzamer kunnen water of niet kunnen werken.
Gevorderd (Opname van beelden)
- 84 -
1
, kan bewegend