Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

[Transformeren]; [Zelfportret]; Zelfportrettechnieken - Panasonic Lumix DMC-FT1 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor Lumix DMC-FT1:
Inhoudsopgave

Advertenties

Het onderwerp kan dun of uitgerekt opgenomen worden en tegelijkertijd kan de huid
soepel opgenomen worden.
1
Op 3/4 drukken om de instelling te selecteren en
vervolgens op [MENU/SET] drukken.
Deze kan ingesteld worden vanaf het snelle menu (P29).
2
Beelden maken.
Aantekening
[FOTO RES.] en [ASPECTRATIO] worden vastgesteld zoals hieronder aangegeven wordt.
[
] voor [X], [
[KWALITEIT] is automatisch vastgesteld op [
U kunt opnamen maken voor 4qk6q/10k15 cm prints.
De startinstelling voor [AF MODE] is [
Deze kan niet gebruikt worden zonder inlichting van de copyrighteigenaar, behalve bij gebruik
in uw privé-sfeer.
Het materiaal niet tegen de openbare orde en moraal gebruiken of om iemand te beledigen.
Gebruik het materiaal niet tegen de interesse van het onderwerp.
Kies dit om een opname van uzelf te maken.

∫ Zelfportrettechnieken

Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. De
zelfontspanneraanduiding begint te branden als u scherp in beeld
staat. Houd de camera stil en druk de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Het object is niet scherpgesteld als de zelfontspanneraanduiding
knippert. Druk de ontspanknop opnieuw half in om scherp te
stellen.
Het gemaakte beeld verschijnt automatisch op de LCD-monitor
om deze te bekijken.
Als het beeld wazig is door de langzame sluitertijd raden wij het
gebruik aan van de 2 seconden zelfontspanner.
Aantekening
Het beschikbare focusbereik is ongeveer 30 cm tot 1,2 m.
U kunt opnamen van uzelf maken met (P115). Als u dit doet, zal de zelfontspanneraanduiding
gaan branden terwijl u het geluid opneemt.
D zoomuitvergroting wordt automatisch verplaatst naar Breed (1k).
De zelfontspanner kan alleen worden ingesteld op uit of op 2 seconden. Als deze ingesteld
wordt op 2 seconden, zal deze instelling gelden totdat het toestel uitgeschakeld wordt, de
scènefunctie veranderd wordt of [OPNAME] functie of [AFSPELEN] functie geselecteerd wordt.
De stabilisatorfunctie is vast ingesteld op [MODE2].
De startinstelling voor [AF MODE] is [
Gevorderd (Opname van beelden)

[TRANSFORMEREN]

] voor [Y] en [
].
š

[ZELFPORTRET]

].
š
- 69 -
] voor [W]
].
(P114)

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave