Aantekening
•
Het scherm zal als volgt veranderen wanneer de knop van bewegend beeld in gedrukt wordt in
2
3
de stappen
en
A Opnamescherm
stilstaand beeld
B Functie-instelling
¢1
bewegend beeld
C Opnamescherm
bewegend beeld
D Functie-instelling
stilstaand beeld
¢1 Het scherm dat afgebeeld wordt tijdens de functie-instelling van bewegend beeld verschilt
afhankelijk van de instelling van de
•
Het is mogelijk om in te stellen vanaf het volgende [BEWEGEND BEELD] functiemenu.
–
[OPNAMEFUNCTIE] (P85)/[OPN. KWALITEIT] (P85)/[WITBALANS] (P104)/[I. EXPOSURE]
(P111)/[AF MODE]
[KLEURFUNCTIE]
¢2 De instelling die geselecteerd kan worden verschikt in vergelijking met het instellingmenu
van stilstaand beeld [OPNAME].
•
De flitsinstelling wordt vastgesteld op [Œ].
•
P192
raadplegen voor informatie over de beschikbare opnametijd.
•
De beschikbare opnametijd die afgebeeld wordt op het scherm zou niet op regelmatige wijze af
kunnen lopen.
•
Afhankelijk van het type kaart, kan de kaartaanduiding even verschijnen na het maken van
bewegende beelden. Dit is geen storing.
•
Als bewegende beelden die met dit toestel opgenomen zijn, teruggespeeld worden op andere
apparatuur, kan het zijn dat de kwaliteit van beelden en geluiden achteruit gaat of dat beelden
niet teruggespeeld kunnen worden. Het kan ook gebeuren dat bepaalde opslaginformatie niet
correct op het scherm wordt weergegeven.
•
Bedrijfsgeluid van de eenheid, dat veroorzaakt zou kunnen worden door het hanteren of het in-
en uitzoomen, zou opgenomen kunnen worden.
•
Er zou geluid opgenomen kunnen worden onder water.
•
Wanneer u de zoom hanteert in opname bewegende beelden, zou het even kunnen duren
voordat er scherp gesteld wordt.
•
Als de Extra optische zoom gebruikt is voordat u op de bewegende beeldknop drukt, zal de
opneembare zone drastisch veranderd worden aangezien deze instellingen geannuleerd worden.
•
Geluid van bewegende beelden (Wanneer [OPNAMEFUNCTIE] ingesteld is op
[MOTION JPEG]) of beelden met geluid die door dit toestel opgenomen worden kunnen
niet teruggespeeld worden door oudere modellen van digitale toestellen van Panasonic
(LUMIX) die voor juli 2008 uitgegeven zijn.
•
Bij het opnemen van bewegende beelden, is [STABILISATIE] op [MODE1] vastgesteld.
•
Bij het opnemen van bewegende beelden, kunnen de volgende functies niet gebruikt worden.
–
Richtingdetectiefunctie
–
[NATURAL] en [VIVID] in [KLEURFUNCTIE]
–
Extra optische zoom (EZ)
–
[GEZICHT HERK.]
•
Dit apparaat kan geen bewegende beelden opslaan op MultiMediaCard.
•
Zichthoek kan smaller worden in het bewegende beeld vergeleken met het stilstaande beeld.
•
Gezichtsveld tijdens de opname van bewegend beeld wordt afgebeeld wanneer
[
OPN.GEBIED]
Gevorderd (Opname van beelden)
.
AUTO
AUTO
AUTO
[OPNAMEFUNCTIE]
¢2
(P107)/[CONTINU AF] (P88)/[DIG. ZOOM] (P113)/
¢2
(P113)/[WINDREDUCTIE] (P89)/[LED LICHT]
(P32)
ingesteld is op [ON].
6 6
.
- 83 -
24
24 24
s
R1m
R1m
R1m
s
3
3
s
s
(P90)