Het beeld kan verplaatst worden wanneer het toestel aangesloten is op een PC.
•
Is het toestel correct aangesloten op de PC?
•
Wordt het toestel correct herkend door de PC?
> Stel in op [PC] in [USB MODE]. (P34,
De kaart wordt niet herkend door de PC. (Het ingebouwde geheugen wordt wel
herkend.)
> De USB-kabel losmaken. Maak de kabel pas vast als de kaart in het toestel zit.
•
Wanneer de functieknop ingesteld is op [¨], zal de inhoud van het ingebouwde geheugen
afgebeeld worden.
> Stel de functieknop in op wat dan ook behalve [¨].
Het beeld kan niet afgedrukt worden wanneer het toestel op een printer
aangesloten is.
•
Beelden kunnen niet afgedrukt worden m.b.v. een printer die PictBridge niet verdraagt.
> [USB MODE] op [PictBridge(PTP)] instellen. (P34,
De uiteinden van de beelden worden eraf geknipt bij het afdrukken.
> Wanneer u een printer gebruikt met een bijwerkfunctie of een kantenvrije afdrukfunctie,
dient u deze functie te annuleren voordat u afdrukt. (Voor details, de gebruiksaanwijzing
lezen van de printer.)
> Wanneer u de beelden laat afdrukken, dient u te vragen of de beelden afgedrukt kunnen
worden met beide uiteinden.
Overige
156)
161)
- 186 -