∫ Over [š]
De volgende AF-zoneframes worden afgebeeld wanneer het toestel de
gezichten vindt.
Geel:
Wanneer de ontspanknop tot de helft ingedrukt wordt, wordt de frame
groen wanneer het toestel scherpgesteld heeft.
Wit:
Afgebeeld wanneer er meer dan één gezicht gevonden wordt. Er wordt ook op de andere
gezichten die zich op dezelfde afstand bevinden als gezichten binnen de gele AF-zones
scherpgesteld.
•
Onder bepaalde omstandigheden van beelden maken, inclusief de volgende gevallen, zou de
gezichtsherkenningsfunctie niet kunnen werken, en dit maakt het onmogelijk om gezichten op
te sporen. [AF MODE] wordt naar [
–
Wanneer het gezicht niet naar het toestel gericht is
–
Wanneer het gezicht op een hoek is
–
Wanneer het gezicht extreem helder of donker is
–
Wanneer de gezichten weinig contrast hebben
–
Wanneer de gezichtstrekken verborgen zijn achter een zonnebril enz.
–
Wanneer het gezicht klein lijkt op het scherm
–
Wanneer er een snelle beweging is
–
Wanneer het onderwerp geen menselijk wezen is
–
Wanneer het toestel schudt
–
Wanneer de digitale zoom gebruikt wordt
–
Het maken van beelden onder water
Gevorderd (Opname van beelden)
] geschakeld.
- 108 -