11.9
Tanden vervangen
Aanwijzing
Tanden voor elk gebruik en na het botsen tegen een hindernis controleren. Versleten,
beschadigde of vervormde tanden moeten onmiddellijk worden vervangen.
Afb.48
•
Vier bevestigingsschroeven (3) uitdraaien, afstrijker (2) naar voren uittrekken.
Afb.49
•
De schroefverbinding (1) losdraaien en veertanden (2) met verliesbeveiliging (4) en
drukplaat (5) afnemen.
De schroefverbinding (1) bestaat uit:
-
cilinderschroef (3)
-
verliesbeveiliging (4)
-
drukplaat (5)
-
schijf (6)
-
veerring (7)
-
borgmoer (8)
Aanwijzing
De inbouwpositie van tanden en drukplaat in acht nemen.
Na de montage mogen de tanden niet met de afstrijker botsen.
De inbouw vindt plaats in omgekeerde volgordevan de demontage.
4
3
2
5
Onderhoud
8
7
EFL000066_2
85