11.8
Aandrijfkettingen
Aanwijzing
Controleer de voorspanning van de aandrijfkettingen elke 10 bedrijfsuren en corrigeer deze
indien nodig.
Afb. 44
•
De beschermafdekking (1) op sluiting (2) openen.
Afb. 45
Om het doorhangen van de aandrijfkettingen te meten:
•
De trekzijde (2) gering belasten.
•
De losse zijde (1) in het midden tussen de kettingwielen indrukken en maat X meten.
Als maat X groter is dan 10 mm moet de ketting worden gespannen.
1
2
Onderhoud
1
EFL000062_1
83