3.5.14
Verkeersveiligheid
Gevaren bij rijden op de weg
Wanneer de machine de door het nationale recht voorgeschreven maximale afmetingen en
gewichten overschrijdt en niet volgens de voorschriften is verlicht, kunnen tijdens het rijden op
de weg andere verkeersdeelnemers in gevaar worden gebracht.
•
Zorg er vóór het rijden op de weg voor dat de maximaal toegelaten afmetingen, gewichten,
as-, steun- en aanhanglasten niet worden overschreden die volgens de nationale wetgeving
gelden voor het rijden op de openbare weg.
•
Schakel vóór het rijden op de weg de verlichting in en zorg dat de functie aan de
voorschriften voldoet.
Gevaren bij het rijden op de weg en in het veld
Het gemonteerde voorzetwerktuig verandert de rijeigenschappen van de veldhakselaar. De
rijeigenschappen zijn ook afhankelijk van de bedrijfstoestand en van de ondergrond. Wanneer
de bestuurder van de veldhakselaar geen rekening houdt met veranderde rijeigenschappen,
kan hij ongevallen veroorzaken.
•
Maatregelen voor het rijden op het weg en in het veld in acht nemen, zie hoofdstuk "Rijden
en transport".
Gevaren bij niet correct voorbereide machine voor het rijden op de weg
Wanneer de machine niet correct voor het rijden op de weg wordt voorbereid, kunnen ernstige
ongevallen in het wegverkeer hiervan het gevolg zijn.
•
De machine elke keer dat hij de weg opgaat hiervoor voorbereiden, zie hoofdstuk Rijden en
transport, "Voorbereidingen voor het rijden op de weg".
Gevaar bij de werking van de machine op een helling.
De machine kan bij de werking op een helling kantelen. Daardoor kunnen ongevallen worden
veroorzaakt en kunnen personen ernstig letsel oplopen of worden gedood.
•
Alleen op een helling werken en rijden als de bodem van de helling vlak is en wanneer
gegarandeerd is dat de banden grip hebben op de bodem.
•
De machine met geringe snelheid omkeren. Een grote bocht rijden bij het omkeren.
•
Dwars op de helling rijden vermijden omdat vooral door de extra lading en het uitvoeren van
machinefuncties het zwaartepunt van de machine wordt veranderd.
•
Vermijd rukachtige bewegingen op de helling.
3.5.15
Machine veilig parkeren
Een onvakkundig geparkeerde en onvoldoende beveiligde machine kan een gevaar vormen
voor personen, in het bijzonder voor kinderen en kan zich ongecontroleerd in beweging zetten
of omkiepen. Personen kunnen worden verwond of gedood.
•
De machine op een vlakke, horizontale ondergrond met voldoende draagvermogen
neerzetten.
•
Vóór instel-, reparatie-, onderhouds- en reinigingswerkzaamheden ervoor zorgen dat de
machine veilig staat.
•
In het hoofdstuk Rijden en transport de paragraaf "Machine parkeren" in acht nemen.
•
Voor het parkeren: de machine stoppen en beveiligen.
Parkeren zonder toezicht
Een onvoldoende beveiligde en zonder toezicht geparkeerde machine vormt een gevaar voor
personen en vooral voor kinderen.
•
Voor het parkeren: de machine stopzetten en beveiligen, zie hoofdstuk Veiligheid "Machine
stopzetten en beveiligen".
Veiligheid
23