Bediening
9
Bediening
WAARSCHUWING!
Door niet-inachtneming van de principiële veiligheidsinstructies kunnen personen
ernstig of dodelijk letsel oplopen.
•
Om ongevallen te voorkomen moeten de principiële veiligheidsinstructies in het hoofdstuk
Veiligheid worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid „Principiële
veiligheidsinstructies".
WAARSCHUWING!
Door niet-inachtneming van de veiligheidsroutines kunnen personen ernstig of dodelijk
letsel oplopen.
•
Om ongevallen te voorkomen moeten de veiligheidsroutines in het hoofdstuk Veiligheid
worden gelezen en opgevolgd, zie hoofdstuk Veiligheid, "Veiligheidsroutines".
9.1
Van transport- naar werkstand
Gevaar! - De machine in de werkstand laten zakken
Uitwerking: Levensgevaar, letsel van personen of beschadigingen aan de machine.
•
Laat de machine pas omlaag zakken als u gecontroleerd hebt dat er zich geen personen,
dieren of voorwerpen in het draaibereik van de maaiwerken bevinden.
•
Stuur personen weg uit het gevaarlijke gebied. Als personen het gevaarlijke gebied
naderen, moet de machine onmiddellijk worden uitgeschakeld.
•
Laat de machine nooit onbeheerd lopen.
•
Controleer de beschermingsvoorzieningen voor elk gebruik. Vervang beschadigde
beschermingsvoorzieningen onmiddellijk.
•
Werkzaamheden aan het voorzetwerktuig mogen alleen worden uitgevoerd als de motor is
stilgezet en de sleutel uit het contactslot is getrokken. Alle bedieningshendels moeten in de
neutrale stand staan en er mag geen hydraulische leiding onder druk staan.
•
Voorzetwerktuig voor elk gebruik en na het botsen tegen een hindernis controleren.
Versleten, beschadigde of vervormde tanden moeten onmiddellijk worden vervangen.
Hetzelfde geldt voor bevestigingsdelen.
•
Schakel de aandrijving pas in als het voorzetwerktuig zich in de werkstand bevindt.
9.1.1
Werkstand
1
Afb. 30
De steunwielen (2) uitklappen en het grasvoorzetwerktuig (1) tot op de grond neerlaten.
64
2
2
EFL000080_2