OVERIGE OPNAMEFUNCTIES
4.
Selecteer d.m.v. [ ] en [ ] het contour
waarvoor u correctie wilt uitvoeren.
5.
Selecteer "Trim"
d.m.v. [ ] en [ ] en
druk op [SET].
• Hierdoor verschijnt het
trimkader op het
beeldscherm.
• Selecteer "Cancel" om
het beeld op te slaan
als u het beeld niet wilt
trimmen.
6.
Maak het trimkader groter of kleiner d.m.v. de
zoomtoets.
7.
Plaats het trimkader d.m.v. [ ], [ ], [ ] en [ ]
naar de gewenste plek en drukt vervolgens op
[SET].
• De camera zal de kleuren automatisch herstellen het
beeld opslaan.
• Als u geen kader rondom het beeld wilt, configureer
dan het trimkader zodat dit zich binnen het kader van
het weergegeven beeld bevindt.
• Druk op [MENU] om de trimbewerking te annuleren
op een gewenst moment en het beeld van dat
moment op te slaan.
109