Raadpleeg de documentatie van de fabrikant voor instructies
over het kalibreren van uw vermogensmeter.
1
Selecteer
> Sensors.
2
Selecteer uw vermogensmeter.
3
Selecteer Kalibreer.
4
Zorg dat uw vermogensmeter actief blijft door te blijven
trappen tot het bericht wordt weergegeven.
5
Volg de instructies op het scherm.
Vermogen in de pedalen
Vector meet het vermogen in de pedalen.
Vector meet een paar honderd keer per seconde de kracht die u
uitoefent. Vector meet ook uw cadans of pedaalrotatiesnelheid.
Door de kracht, de richting van de kracht, de rotatie van de
pedaalarm en de tijd te meten, kan Vector het vermogen
bepalen (Watt). Omdat Vector het onafhankelijke vermogen per
been (links en rechts) meet, wordt de vermogensbalans links/
rechts weergegeven.
OPMERKING: Het Vector S systeem geeft geen
vermogensbalans tussen het linker- en rechterpedaal.
Fietsdynamica
Fietsdynamicameters meten hoeveel kracht u uitoefent tijdens
de pedaalslag en waar u kracht uitoefent op het pedaal om u
inzicht te geven in uw fietstechniek. Als u weet hoe en waar u
kracht uitoefent, kunt u efficiënter trainen en uw bikefitting
beoordelen.
Fietsdynamica gebruiken
Voordat u fietsdynamica kunt gebruiken, moet u de Vector
vermogensmeter koppelen met uw toestel
koppelen, pagina
9).
OPMERKING: Voor het opslaan van fietsdynamicagegevens is
extra toestelgeheugen nodig.
1
Maak een rit.
2
Blader naar het fietsdynamicascherm om uw
piekvermogensfase
, totale vermogensfase
pedaalmidden-offset
3
Houd uw vinger op een gegevensveld
wijzigen
(Gegevensschermen aanpassen, pagina
OPMERKING: De twee gegevensvelden onder aan het
scherm kunnen worden aangepast.
U kunt de rit verzenden naar uw Garmin Connect account om
meer fietsdynamicagegevens te bekijken
Garmin Connect, pagina
11).
Vermogensfasegegevens
Vermogensfase is het pedaalslaggebied (tussen de
beginpedaalhoek en de eindpedaalhoek) waar u positief
vermogen produceert.
Pedaalmidden-offset
Pedaalmidden-offset is de locatie op het pedaaloppervlak waar
u druk uitoefent.
10
(Uw ANT+ sensors
en
te bekijken.
om het zo nodig te
(Uw rit verzenden naar
Vector functies aanpassen
Voordat u Vector functies kunt aanpassen, moet u een Vector
vermogensmeter koppelen met uw toestel.
1
Selecteer
2
Selecteer de Vector vermogensmeter.
3
Selecteer Sensordetails > Vector functies.
4
Selecteer een optie.
5
Selecteer de bijbehorende schakelaar om efficiëntie
draaimoment, pedaalsouplesse en fietsdynamica in of uit te
schakelen.
De Vector software bijwerken met de Edge 1000
Voordat u de software kunt bijwerken, moet u uw Edge 1000
toestel koppelen met uw Vector systeem.
1
Verzend uw ritgegevens naar Garmin Connect via een USB-
verbinding of Wi‑Fi
Garmin Connect zoekt automatisch naar software-updates en
verzendt deze naar uw Edge toestel.
2
Breng uw Edge toestel binnen bereik (3 m) van de sensor.
3
Draai de pedaalarm een paar keer rond.
Het Edge toestel vraagt u om software-updates die klaar
staan te installeren.
4
Volg de instructies op het scherm.
Uw FTP-waarde schatten
Het toestel gebruikt uw gebruikersprofiel uit de basisinstellingen
om uw functionele drempelvermogen (FTP) te schatten. Voor
een nauwkeurigere FTP-waarde kunt u een FTP-test uitvoeren
met een gekoppelde vermogensmeter
pagina
10) en hartslagmeter.
Selecteer
Uw geschatte FTP-waarde wordt weergegeven als een
waarde gemeten in watt per kilogram, uw geleverde
vermogen in watt en een positie op de kleurenbalk.
Paars
Blauw
Groen
17).
Oranje
Rood
Raadpleeg de appendix
meer informatie.
Een FTP-test uitvoeren
Voordat u een test kunt uitvoeren om uw functionele
drempelvermogen (FTP) te bepalen, moet u beschikken over
een gekoppelde vermogensmeter en hartslagmeter
sensors koppelen, pagina
1
Selecteer
2
Selecteer
> Sensors.
®
verbinding.
(Een FTP-test uitvoeren,
> Mijn statistieken > FTP.
Voortreffelijk
Uitstekend
Goed
Redelijk
Ongetraind
(FTP-waarden, pagina
9).
> Mijn statistieken > FTP > FTP test > RIT.
om de timer te starten.
22) voor
(Uw ANT+
ANT+ sensors