Inhoudsopgave
Advertenties
XIX. ONDERHOUD
HOOGSPANNING!
S
LUIT DE ELEKTRICITEITSSPANNING AF VÓÓR ONDERHOUD OM PERSOON
LIJK LETSEL OF OVERLIJDEN DOOR EEN ELEKTRISCHE SCHOK TE VERMIJDEN
A
LS U DE ONTSTEKER MOET BEHANDELEN
M
,
ET BLOTE HANDEN AANRAKEN
RUW BEHANDELEN OF TRILLEN VAN HET
ONTSTEKINGSELEMENT KAN DE ONTSTEKING BESCHADIGEN
. A
EEN VOORTIJDIG DEFECT ONTSTAAT
LLEEN EEN GECERTIFICEERD ONDER
HOUDSMONTEUR MAG DE ONTSTEKING BEHANDELEN
J
AARLIJKSE INSPECTIE
Ten minste één maal per jaar dient de gasverwarmingsketel te
worden geïnspecteerd door een gecertifi ceerd installateur of
servicebedrijf. Deze inspectie dient te worden uitgevoerd voor
aanvang van het verwarmingsseizoen. Dat biedt de verzeke-
ring dat alle gasverwarmingsketelonderdelen in goed werkende
staat zijn en dat het verwarmingssysteem naar behoren func-
tioneert. Let in het bijzonder op de volgende onderwerpen.
Repareer of pleeg onderhoud, zoals noodzakelijk is.
•
Afvoerpijp systeem Controleer op blokkering en/ of lekkage.
Controleer de aansluiting aan de buitenkant en de verbindin-
gen naar en binnenin de gasverwarmingsketel.
•
Warmtewisselaar. Controleer op corrosie en/ of afzetting
binnenin de doorgangen van de warmtewisselaar.
•
Branders. Controleer op correcte ontsteking, brandervlam
en vlamrichting.
•
Afvoersysteem. Controleer op blokkering en/ of lekkage.
Controleer de slangverbindingen naar en binnenin de gasver-
warmingsketel.
•
Bedrading. Controleer elektriciteitsaansluitingen op dicht-
heid en/ of corrosie. Controleer draden op beschadiging.
•
Filters.
F
ILTERS
G
EBRUIK DE FILTERMATEN DIE WORDEN AANGEGEVEN IN HET BLAD MET SPECIFICATIES VOOR
UW MODEL OM CORRECTE PRESTATIES VAN UW TOESTEL TE VERZEKEREN
O
NDERHOUD
Onjuist fi lteronderhoud is de meest voorkomende oorzaak van
onvoldoende verwarmings- of koelprestaties. Elke twee maan-
den of zoals vereist, moeten fi lters worden gereinigd (perma-
nent) of vervangen (wegwerp). Vervang een fi lter door een fi l-
ter van hetzelfde type en dezelfde maat.
F
ILTER VERWIJDEREN
Afhankelijk van de installatie kunnen er verschillende fi lter-
opstellingen worden gebruikt. Filters kunnen worden geïnstal-
leerd in het centrale retourrooster ofwel op de externe fi lter-
steunuitrusting op het zijpaneel (alleen opwaartse stroming).
Als alternatief mag er een standaard luchtfi lter of elektroni-
sche luchtzuivering worden gebruikt. Gebruik de fi ltermaten,
die worden aangegeven in de tabel Aanbevolen minimum fi lter-
maat, om juiste toestelprestaties te verzekeren.
Om fi lters uit een fi ltersteunuitrusting aan de buitenkant te ha-
len in een rechtopstaande installatie met opwaartse stroming,
volg de instructies die vermeld worden in dat fi ltersteunuitrus-
28
WAARSCHUWING
-
.
,
.
DOE DAT DAN VOORZICHTIG
,
WAARDOOR ER
-
.
VOORZICHTIG
.
www.goodmanmfg.com
tingspakket. Om interne fi lters te verwijderen, zie paragraaf
Interne fi lters verwijderen. Interne fi lters behoren tot de ac-
cessoires en zijn niet bij uw gasverwarmingsketel meegeleverd.
Raadpleeg uw distributeur voor meer bijzonderheden.
F
ILTER VERWIJDEREN HORIZONTAAL TOESTEL
Filters in horizontale installaties bevinden zich in het centrale
retourrooster of het kanaalsysteem in de buurt van de gasver-
warmingsketel.
Verwijderen:
1.
Schakel de stroomvoorziening naar de gasverwarmingsketel
UIT.
2.
Verwijder fi lter(s) uit het centrale retourrooster of kanaal-
systeem.
3.
Vervang fi lter(s) door de verwijderingsprocedure in omge-
keerde volgorde uit te voeren.
4.
Zet de stroomvoorziening naar de gasverwarmingsketel
AAN.
S
TANDAARD LUCHTFILTER OF ELEKTRONISCHE LUCHTZUIVERING VERWIJDEREN
Volg de instructies van de fabrikant voor onderhoud.
B
RANDERS
Voer periodiek visuele inspectie uit van de brandervlammen
tijdens het verwarmingsseizoen. Schakel de gasverwarmings-
ketel in met de thermostaat en wacht enkele minuten totdat
de vlammen stabiliseren; aangezien losse stofdeeltjes de nor-
male verschijning van de vlammen zullen veranderen. Vlammen
moeten stabiel, rustig, zacht en blauw zijn (stof kan oranje
punten veroorzaken, maar deze moeten niet geel zijn). Deze
moeten direct doven aan de buitenkant van de branders zonder
te krullen, zweven of op te stijgen. Vlammen mogen de kanten
van de onstekingsbuizen van de warmtewisselaar niet raken.
I
NDUCTIELUCHTTREK EN CIRCULATIELUCHTVENTILATOREN
De lagers in de inductieluchttrek- en circulatieluchtventilato-
ren worden gesmeerd geleverd door de fabrikant. Er is geen
verdere smering vereist. Controleer motorwikkelingen op stof-
ophoping, die oververhitting kan veroorzaken. Reinigen, indien
noodzakelijk.
C
ONDENSAATOPVANG EN DRAINEERSYSTEEM
TIFICEERD ONDERHOUDSMONTEUR
Inspecteer de draineerbuizen, draineerval en geleverde draina-
gelijn jaarlijks op de juiste drainage van condensaat. Contro-
leer draineersysteem op vastheid van slangaansluitingen, ver-
stoppingen en lekkages. Indien nodig, reinigen of repareren.
V
(
LAMSENSOR
ALLEEN GECERTIFICEERD ONDERHOUDSMONTEUR
In sommige situaties kan de brandstof of luchttoevoer een bijna
onzichtbare coating creëren op de vlamsensor. Deze coating
werkt als isolator die een val in het vlamrichtingsignaal ver-
oorzaakt. Als het vlamrichtingsignaal te veel daalt, bespeurt de
gasverwarmingsketel geen vlam meer en schakelt uit. De vlam-
sensor dient zorgvuldig te worden gereinigd met schuurkatoen
of staalwol door een gecertifi ceerd onderhoudsmonteur. Na het
reinigen zou het vlamrichtingssignaal 1 tot 6 microamp. moeten
aangeven op 115 volt.
O
(
NTSTEKINGSMECHANISME
ALLEEN GECERTIFICEERD
)
ONDERHOUDSMONTEUR
Als de ontsteker en de omringende lucht circa 21ºC (70°F) zijn
en de ontstekingsdraden niet zijn verbonden met andere elek-
(
ALLEEN DOOR GECER
)
)
IO-GMS9-DU
-
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
